** reizen ** kids ** natuur ** cultuur ** muziek ** theater ** kunst ** gedichten ** humor ** liefde **

26 december 2010

Gehecht

Tweede kerstdag 2008: Milo in brandwondencentrum i.v.m. hete thee over zijn borst. Tweede kerstdag 2010: Milo bij eerste hulp i.v.m. gescheurde lip na val tegen een glazen tafel.

Voor ons heeft deze feestdag dus een nare bijsmaak. En stuntman Milo? Gehecht en wel, kon hij nog wel even 'dankjewel dokter' uitbrengen.

Vincent en Viola hebben inmiddels twee professionele bodyguards ingehuurd, om Milo te behoeden voor dit soort ongelukjes in 2011.

28 november 2010

Achtbaan, theater en mantel

Vorig weekeinde beleefden onze jongens voor het eerst het pretpark der pretparken: de Efteling. Zoals verwacht waren we vooral in het Sprookjesbos te vinden. Milo was helemaal wild van Holle Bolle Gijs (papier hier!), Reza vond de regenachtige zoektocht naar Langnek een van de hoogtepunten.

De stoere attracties (Python etc.) hebben meestal als regel dat je 1.20 meter lang moet zijn om binnen te stappen. Reza viste met zijn 1.13 dus vaak achter het net. Maar toen bleek ineens dat Joris en de Draak al toegankelijk is vanaf 1.10 meter. Reza mocht met ons mee de achtbaan in, terwijl Milo en oma Noor gezellig samen buiten gingen spelen. Wat een ontzettend gave rollercoaster was het! Een geweldige trip met enorme snelheid, waarbij twee karren tegen elkaar racen.

Oma Cobie had dit weekend voor Reza een heus Sinterklaas-kostuum gemaakt. Prachtige stof, een glimmende onderjurk, een staf, een baard en een mooie mijter. Beretrots showde onze kleinheiligman zijn 5-december-outfit: 'Papa, het is geen jurk, het is een mantel!' Zijn stem klonk een stukje lager en iedereen kreeg officieel een hand. Toen oma en opa weer vertrokken, eiste sint Reza dat zij nog even 'dag Sinterklaasje' zongen.

Zondag was het vooral cultuur dat de klok sloeg. Milo ging met papa naar de voorstelling 'Stip', waarin een verwarde reiziger contact probeert te leggen met een witte pluche bol. Milo gaf een recordaantal oorverdovende lachsalvo's, waar de jongste helft van de zaal lekker in mee kon gaan. Reza zag samen met mama de musical 'Otje', naar het boek van Annie M.G. Schmidt. Vervolgens gingen we nog even buurten bij de show van de theatersportcollega's van Viola, die in de kroeg hun kunsten vertoonden. Toen we op de terugweg ook nog zwarte pieten tegenkwamen in de stad, kon het weekend niet meer stuk.

19 november 2010

Party like it's 1982

'Tonight we're gonna party like it's 1982', moet Prince gedacht hebben toen hij op 18 november de Gelredome betrad. Hij gaf de toeschouwers een onvervalste old school show met weliswaar een aardige stoet superhits, maar ook heel veel rauwe funk.

De muzikanten uit de band begonnen de show door tien minuten lang solo's uit te wisselen. Al gauw had het publiek het idee bij een obscure afterparty te zijn beland. Deze vibe hield de NPG nog een tijdje vast door oude funkhits na te spelen, zelfs platen van Janet Jackson, The Jacksons en Graham Central Station kwamen langs. De paarse dwerg had er zin in: hij jamde vanaf de eerste noot mee en soleerde afwisselend op gitaar, bas en drums.

Al gauw werd duidelijk dat Prince geen tijd wilde verspillen aan zijn jaren '90 en '00 werk. Met songs als Uptown, Let's Work, Little Red Corvette, Delirious, Controversy en 1999 lag de focus vooral op begin jaren '80, zijn hoogtijdagen. Cream (1991) was de enige 'latere' hit die langskwam.

Prince pakte de zaal in door de show soms even stil te leggen en zijn onvervalste arrogante blik te geven. Alsof we het niet waard waren dat hij nog 1 noot zou spelen. Maar zodra de zaal hem vervolgens even aanmoedigde, gaf hij weer vol gas. 'This is a guitar. Can I play my guitar?' Als Prince dat vraagt, weet je dat er een onnavolgbare solo volgt. En zo geschiedde, vele malen.

De apotheose van de show bracht de volledige versies van de ballades Purple Rain, Sometimes It Snows In April en de stampers Kiss en Let's Go Crazy. Maar daarna zette de kleine man uit Minneapolis de tent op z'n kop met een serie onverwachte funknummers.

Het is geen geheim dat Prince veel songs voor andere artiesten schreef begin jaren '80, maar zelden speelt hij deze liedjes tijdens concerten. Nu bracht hij zelfs twee tracks van The Time (The Bird, Jungle Love) en twee liedjes van Sheila E (A Love Bizarre en als uitsmijter The Glamourous Life).

En zo wist Prince een mooie mengvorm te vinden tussen een greatest-hits-show en een afterparty-funkfeest. Het was weer genieten van His Royal Badness zijn onvoorspelbaarheid. Een geniale show vol verrassingen, muzikale hoogstandjes en paarse regen.

30 oktober 2010

Duister en luguber

De spinnenwebben en griezelslingers hingen dit weekend in onze woonkamer. Reza en Milo liepen namelijk mee in een Halloween-optocht en dat mocht natuurlijk best gevierd worden.

Verkleed als demonen, spoken, heksen en ander gespuis trokken de kinderen uit de buurt van deur tot deur, met als doel: mensen laten schrikken en kilo's snoep verzamelen. Vooral Reza (5 jaar) genoot er met volle teugen van.

Nou heeft Reza de laatste tijd sowieso een neiging naar 'the dark side'. Onlangs kwam hij terug van school met een hele grote berg tekeningen. 'Wat heb je allemaal getekend?', vroegen we. Er volgde een uitleg over zombies, spookhuizen, vleermuizen, slangen, spinnen, skeletten en groene gif-bollen die uit de lucht vallen. Tja, da's weer eens wat anders dan wolken en bloemen, dachten we.

Nog een voorbeeld. Reza rent, net als al zijn leeftijdsgenootjes, regelmatig rond in een ridderpak, zwaaiend met een zwaard. Daarom leek het ons een puik idee om hem eens mee te nemen naar het geschiedenispark Archeon. Daar bezochten we een nagespeeld riddertoernooi en een gladiatorengevecht. Na afloop mochten we nog even babbelen met de vechtersbazen. Een van de gladiatoren had het nep-bloed nog aan zijn nek kleven. Onze Reza was niet te beroerd om te poseren voor een lugubere foto.

Stoer stak hij zijn pvc-buis-zwaardje naast de bebloede nek van de man…
en ja hoor, klik. Een twijfelachtige eer voor Vincent als fotograaf. Had hij zojuist het einde van Reza's jeugd vastgelegd? Of was dit gewoon een onschuldig moment met wat rode verf?

10 oktober 2010

In de aap gelogeerd

Monkie is een knuffelaap, die elk weekend mag logeren bij een ander kindje uit de klas. Dit zonnige herfstweekend was Reza apetrots, want Monkie kwam drie nachtjes bij hem slapen! Dat moest natuurlijk een weekeinde vol avontuur worden, met de aap op de eerste rij. Monkie was er helemaal klaar voor: hij had zijn koffer met voorleesboekje, knuffel en tandenborstel meekregen van school.

Op zaterdag bezochten we het Openluchtmuseum in Arnhem, met mooie molens, huizen van vroeger, ouderwetse trams en lekkere wandelpaden. Reza en Milo speelden met de waterpomp en ze kregen een rondleiding langs wat boerderijdieren. De boerin moest Milo af en toe tegenhouden, omdat hij iets te enthousiast op de kippen dook. Later die dag maakte Milo helaas ook nog kennis met het kwaad dat brandnetels kunnen doen...

Omdat opa en oma in de buurt van Arnhem wonen, besloten we daar ook even langs te gaan. Oma had vooraf instructies gekregen, dus er prijkte een fraai 'welkom Monkie'-bord op het raam. De aap maakte kennis met de speeltjes en mocht de vissen voeren.

Zondag stond de dierentuin op het programma, waar onze logee zijn soortgenoten kon ontmoeten. Aapjes kijken deed Reza dus met Monkie op zijn schouders. Hij voerde hele gesprekken met het knuffeldier, waarbij hij een krakerig hoog stemmetje opzette wanneer Monkie het woord nam. Alles bij elkaar een leuke logeerpartij.

26 september 2010

Zwiepen met een hark

Reza, Milo en Vincent bezochten de kleuter-voorstelling Gras in theater Kikker. Hieronder een kort verslag.

Twee inspecteurs in grasgroene pakken stappen het podium op en gaan aan het werk. Het gras wordt gemeten, gemaaid, besprongen en bezongen. Al gauw wordt duidelijk dat de twee hoofdrolspelers twee totaal verschillende types zijn. De ene dame is een pietje precies, de andere houdt ervan om af te wijken.

Vooral wanneer het tweetal de harken pakt, komt het jonge publiek (4+) los. De inspecteurs vaandelzwaaien met de gereedschappen, spelen ermee alsof het een springtouwspel betreft, ze wagen zich zelfs aan een harkgevecht, voorzien van stoere kreten.

De dromer van het stel vindt steeds weer een creatieve manier om de ander plaagstootjes uit te delen. Zo is te zien in een scene waarin de dames allebei de krant lezen. Velen in de zaal herkent de gedachte-sprongen van de deugniet en moet giechelen.

De voorstelling heeft een fijne cadans. Stil spel en staccato dialogen worden afgewisseld met onschuldige liedjes en grappige wendingen. De subtiele woordgrappen in de liedjes ('een koe neemt mij te grazen') en de visuele humor maken deze show ook goed geschikt voor ouders, broertjes en zusjes. Iedereen die dit avontuur met mol-garantie zelf wil beleven: zie de website van Theater Vuurtoren.

www.theatervuurtoren.nl

24 september 2010

Slecht-weer-gesprek

Hieronder een sms-gesprek tussen Vincent en Richard, twee vrienden met een voorliefde voor slechte woordgrappen. Het is donderdagavond en het onweert als een dolle buiten.

Vincent: Mijn zoon van 5 zei laatst:
als ik later groot ben, word ik Here God.

Richard: Goed om zo jong al zo ambitieus te zijn.

Vincent: Ik reageerde opgelucht: ken ik eindelijk iemand
om aan te vragen 'heb jij dit weer besteld?'

Richard: Daar heb je weer gelijk in.

Vincent: Het is onweer-schijnlijk slecht weer vandaag,
zelfs voor een donderdag.

Richard: Onwe(e)rkelijk, een avond die zijn weerga niet kent.

Vincent: Inderdaad, onweerstaanbaar.

Richard: Ik vind het weerbarstig, dat lijkt me onweerlegbaar.

Vincent: Weergaloos, zeg ik je.

Richard: Ben bang dat ons avondje in het water valt.

Vincent: Wat-er ook gebeurt, het dondert niet...

22 september 2010

Goed Volk viert jubileum

In park Lepelenburg bouwde het Utrechtse muziekduo Goed Volk onlangs een feestje. Met trouwe fans en nieuwe liefhebbers stonden Bastiaan Klees en Vincent Mirck stil bij het 5-jarig bestaan van deze gouden combinatie.

Dit tweetal trof elkaar voor het eerst tijdens een cursus improvisatietheater. Na afloop belandden zij allebei in concurrerende teams, maar ze bleven contact houden. Toen het gesprek op een dag op muziek uitkwam, bleek dat Vincent nog een lading Nederlandstalige teksten had liggen. Bas was juist op zoek naar een muzikale kompaan, die hij kon voorzien van pianoritmes.

Al gauw was het duo een feit. Binnen no-time namen zij een demo op, die goed in de smaak viel. Twee huiskamerconcerten later waren ze klaar voor het grotere publiek. Ze speelden op verschillende culturele zondagen, Gluren bij de buren, Schimmelpleinfestival, Stukafest, de Groendag, in Cultuurcentrum Parnassos, Averechts, het Intercultureel Theehuis etc.

Het vijfjarig bestaan werd gevierd met een feestelijke show in een zonnig Lepelenburg in Utrecht. In feite was het een grote come-back. De heren waren immers even uit de schijnwerpers getreden. 'Tijdelijk gesloten wegens geluk', zo noemden zij het zelf. Bastiaan werd onlangs vader van een prachtige dochter, Vincent trouwde en maakte kort daarna een lange reis.

Maar nu zijn de mannen terug met een missie. Eind 2010/begin 2011 hopen zij de studio in te duiken voor hun eerste cd. Hou hun site in de smiezen om op de hoogte te blijven. En laat je veroveren door hun 'levensgrote liedjes over doodgewone dingen'. Een goeie doei!

www.goed-volk.nl

10 augustus 2010

Omringd door dolfijnen

Ja het is waar, Viola en Vincent hebben een cruise geboekt. In feite tegen onze backpackers-mentaliteit in, maar wel degelijk in lijn met onze gezins-samenstelling. Onze twee mannetjes moeten goed eten, behoeven een nette kamer en hebben graag de zon en een zwembadje in de buurt.

Het werd dus een 90-meter lang luxe cruiseschip, waarbij het 'Love Boat'-gevoel ons dagelijks bekroop. Met grote opblaasboten (zodiacs) vertrokken we vanaf het enorme schip naar het eilandenrijk. De ene keer om te wandelen, de andere keer om te snorkelen.

De mooiste ervaring van deze vakantie overkwam ons toen onze rubberboot ineens tussen een groep dolfijnen vaarde. De 'delfinos' sprongen gezellig rond de boot, doken er onder door en zwaaiden met hun staarten.

Reza en Milo hadden nogal wat moeite om zich te houden aan de vele regels van de eilanden: bij de groep blijven, niet van het pad afwijken, niet vooruitlopen of achterblijven. Onze twee gringo's wilden juist OF voor de gids uit rennen OF rustig in het zand liggen spelen.

Vooral Milo plofte overal languit neer en begon te smeren met zand. Dat leverde fraaie foto's op, want de kleuren zand lopen hier nogal uiteen (rood, zwart, wit, grijs). Op elk eiland hebben we hem op die kiek staan.

Tot slot: Milo eet helaas niet zo best deze vakantie en dat is inmiddels ook te zien, hij is wat dunner geworden. Toen hij op een gegeven moment voorover bukte (zonder hemd aan), riep Reza opeens geschokt: 'Kijk, Milo wordt een dinosaurus!' Hij bedoelde dat de botjes van zijn broers ruggengraat een beetje 'uitstaken'.

9 augustus 2010

Uitsterven? Ho maar

Charles Darwin ontdekte op de Galagapos-eilanden enkele belangrijke puzzelstukjes om zijn evolutietheorie compleet te maken. Immers, hij trof op deze lava-landjes diersoorten die zich als geen ander aan hun omgeving hadden aangepast. Zoals de enige hagedis ter wereld die kan zwemmen en reusachtige schildpadden met extreem lange nekken.

Wij wilden ook graag van die ene verbazing in die andere vallen. Bovendien hoorden we van iedereen dat de dieren in de Galagapos-archipel absoluut niet mensenschuw waren. Sterker nog: ze zien onze aanwezigheid eerder als fijn bezoek dan als overlast. En dat is heus waar. Viola en Reza hebben vlak naast een turtle liggen snorkelen. Pelikanen en 'boobies' vlogen laag over ons heen.

De zeeleeuwen hupten en zwommen vrolijk naar ons toe. Haaien cirkelden rustig rond de boot. Zelfs de vliegen bleven veel langer op je arm zitten dan in Nederland. We moesten vaak wel drie keer slaan voordat zo'n vlieg ook maar een kik gaf.

De zee-iguana's vonden we eigenlijk maar lelijke schepsels, het lijken wel Middeleeuwse beulen met zwart-witte maskers. Toen deze lizards voor onze ogen de oceaan in liepen en wegzwommen, keken we inderdaad wel even raar op.

Galapagos is de enige plek ter wereld waar deze diersoort leeft. Maar uitsterven ho maar… De iguana's hebben geen enkele natuurlijke vijand. En dus zijn deze gemaskerde makkers met z'n tienduizenden. Op sommige eilandjes struikelden we dus letterlijk over de hagedissen.

4 augustus 2010

Iguana's in het park

Als je ze in Nederland door je tuin zag kruipen, zou je een hartverlamming krijgen. Maar in Guayaquil huizen er in het Parc Bolivar - midden in de stad - ruim honderd iguana's. Deze 1-meter-lange, groene hagedissen zien er uit alsof ze rechtstreeks uit de prehistorie zijn komen wandelen.

Het was een prachtig schouwspel om de tamme reptielen te zien rondstappen. Toen we de bomen in keken, zagen we er echt tientallen op de takken liggen. En we moesten echt oppassen waar we liepen, want die staarten zijn langer dan je denkt.

Reza en Milo hadden overigens meer interesse voor de duiven, waar ze woest achter aan renden. Met veel handgewapper en luid geschreeuw joegen ze de beesten op tot ze weer een paar meter verder vlogen. En dan begon het ritueel weer van voor af aan.

Uiteindelijk konden we onze bezwete zoontjes meelokken naar een nep-Starbucks, waar Viola lekkere koffie kon drinken (eindelijk geen oplos!) en we met z'n allen genoten van heerlijke taartjes (wie heeft 'tres leches' nodig als je 'quatro leches' hebt?).

Eind van de middag liepen we de 444 traptreden op naar de vuurtoren van Las Penas. Veel van de huizen in deze pittoreske wijk zijn geverfd in zuurstokkleuren. De vuurtoren bood een fraai uitzicht over de stad. Zelfs de schemering deed daar niks aan af. En een vet compliment voor de jongens dat ze heel de weg zelf hebben gelopen.

2 augustus 2010

Parel van plastic

Cuenca, de parel van het zuiden, een niet-te-missen prachtstad in Ecuador. Tja, misschien zijn we net de verkeerde straten ingeslagen, maar wij vonden haar niet opwegen tegen Quito, zelfs niet tegen Otovalo.

De 'arts & crafts market' was een opeenstapeling van lelijke plastic troep en handgekleide Sponge Bobs en Donald Ducks. De kansen om de verloren foto's van zonnig Otovalo 'over te doen' bleken snel bekeken. Ook bood de stad weinig kindervertier. De tientallen fraaie kerken en geloofsmusea waren geen goede alternatieven voor een speeltuin of een springkussen.

Gelukkig hadden we wel een lekkere slaapplek in Cuenca, met heerlijke lunch en ontbijt. Maar we waren blij toen we onze weg vervolgden naar Guayaquil. In feite waren we van plan deze grote stad te mijden, omdat het ons veel deed denken aan het Mexicaanse Cancun: een prima plek om het vliegtuig te pakken, maar verder te toeristisch voor ons.

Toeristisch is Guayaquil inderdaad nogal. Maar dat betekent ook: veel speelplezier. De eerste dag namen we de kinderen mee naar een tropische tuin die was omgebouwd tot een dinosaurus-park. Ook bezochten we een circus met een trapeze-act, koorddansers en clowns. En ons hostel bood een lekker klein zwembadje om in af te koelen.

30 juli 2010

Rails door de rotsen

Tussen Riobamba en Alausi ligt het meest traumatische treintraject ter wereld. Dat wil zeggen: het uithakken van de rotsen en het leggen van de rails kostte meer mensenlevens dan welke railway ook, zo zegt men. Al sinds lange tijd gebruikt men deze weg alleen nog als toeristische attractie. De rails loopt dwars door een schitterende bergketen en doorkruist zelfs tweemaal de Panamericana-snelweg.

Deze legendarische, trage treinreis bleek iets minder imponerend dan we hadden gehoopt. De rails werd namelijk verbouwd, waardoor een groot deel van de route was afgezet. Daardoor ging het uitzicht op de vulkaan 'El Nariz del Diablo' (de neus van de duivel) aan onze 'nariz' voorbij. Ook mochten we niet plaatsnemen in de echte ouderwetse trein, maar in een blauwe bus die op rails kon rijden.

Desalniettemin was het een mooie rit, die ons blikken gunde op het berglandschap en de simpele boerderijen van de lokale bevolking. Af en toe rende een roedel honden mee met het treintje en dat tempo konden de viervoeters best lang bijbenen. We bezochten een dorpje langs de route, evenals een kerkje uit de 14e eeuw.

Na afloop van de treinrit bleven we een nachtje slapen in Alausi, een schichtig stadje in een dal waar werkelijk niks gebeurt (een niemendalletje). Typisch geval van een tussenstop, want de volgende ochtend vertrokken we direct naar onze tweenalaatste bestemming in Ecuador: de stad Cuenca.

26 juli 2010

Als een achtbaan

In de plattelandsdorpjes die wij bezochten in de Quilotoa Loop, werden we hartelijk ontvangen door de inwoners. De eerste dag bracht ons een heerlijk huisje in Chugchilan met hangmatten en een speelveldje. Reza en Milo maakten nieuwe vriendjes en al gauw werd de finale Nederland-Spanje nagespeeld met een lekke voetbal.

Dag twee zat vol spanning. Het begon al met de rit naar het dorp Quilotoa: Viola en Milo zaten voorin de pick-up truck, terwijl Reza en Vincent achterop stonden. 'Wauw, dit is vet cool', aldus Reza. 'We gaan zo snel als een achtbaan, alleen gaan we niet op z'n kop!' Niet alleen de haarspeldbochtjes en de stofwolken, nee ook het uitzicht was adembenemend. Prachtige bergen, landerijen als lappendekens, mooie maïsvelden.

Ons huisje in Quilotoa was een soort betonbarak met golfplaatdaken. De kou werd in de gemeenschappelijke ruimte bevochten met een houtkachel, stof woei overal naar binnen en stromend water ontbrak. De matrassen van onze bedden waren ingepakt in plastic, het leek alsof we op een chipszak sliepen. Kort gezegd: het was afzien.

Maar de reden waarom we hier waren, was de aanwezigheid van een schitterend vulkaanmeer. De omwonenden beweren dat het geen bodem heeft, wetenschappers beramen de diepte op 250 meter. Het uitzicht van bovenaf is erg mooi, maar we wilden het meer ook van dichterbij aanschouwen. Dus klauterden we naar beneden, soms gleden we een stukje, best een stoere oefening.

En de terugweg naar boven was al evenzo avontuurlijk. Die legden Reza en Vincent af op een groot paard, Viola en Milo mochten op een flinke ezel. Het bazinnetje van de twee dieren maakt geen kans op de titel 'dierenvriend van het jaar', maar het lukte haar wel knap om ons vieren boven te krijgen zonder kleerscheuren.

Een dag later waren we blij dat we weer in Latacunga waren, met warm water, een werkend toilet en niet-knisperende bedden. We genoten onder de douche, wierpen alle kleren in de was, klopten de stofpluimen uit onze schoenen en tassen… eindelijk weer schoon!

23 juli 2010

Elvis op een panfluit

Een busreis in Ecuador is een belevenis. De bus ziet er uit als een fout jaren '70-decor, kitscherig en vrolijk. Bij elke halte stappen verkopers de bus in met kranten, kauwgomballen, chips, fruit, kipspiesjes en ijs.

Ze prijzen hun koopwaar aan, delen de spullen snel uit en nemen het muntgeld in ontvangst. Terwijl de chauffeur gas geeft en wegrijdt, springen de kleine zelfstandigen vakkundig de bus weer uit, op weg naar de volgende verkoopkans.

Ter vermaak zijn op een groot beeldscherm voorin de bus speelfilms te zien. Stiekem hoopten we op een leuke Disney-klassieker voor de kids… Maar we kregen op de heenreis naar Otavalo een depressieve vechtfilm voor 16 jaar en ouder voorgeschoteld.

Reza konden we gelukkig op de terugreis (Jeepers Creepers 2, foute horror) afleiden met de Gameboy die hij onlangs van zijn grote neven had gekregen.

En zo keihard als de filmkeus is, zo braaf en onschuldig is de muziek die je overal op de achtergrond hoort. Of het nu bij een winkel is, in een restaurant of op de markt, het muzikaal behang is vrijwel altijd aanwezig. De ballades van Elvis Presley op een panfluit, een symfonische medley van de Beatles, ja zelfs de Stevie Wonder-draak 'I just called to say I love you' kwam langs in een klassiek jasje.

Toen we in Quito aan een heerlijk diner zaten, kromden onze tenen bij het horen van wanstaltige harpklanken. Wat een verschrikking, dat eeuwige gepingel en zogenaamd romantisch gezwijmel. Maar na drie 'liedjes' klonk er ineens applaus. Nee toch? Het was live! Er stond daadwerkelijk een oude kerel aan een levensgrote harp te plukken. Nou, dat leidde tot een reeks flauwe woordgrappen, waarbij 'harp-ritmestoornis' als minst slechte uit de bus kwam.

We hebben de goede man geen fooi gegeven voor zijn muzak. En we koesteren de momenten dat we in een taxi zitten, want dan staat de radio aan en hoor je hoe heerlijk de popmuziek van Zuid-Amerika werkelijk is.

22 juli 2010

Rara, wat frituren wij?

We bezochten in het klederdracht-stadje Otovalo de kleurrijke markt. Reza kocht er een malle maskermuts (zo eentje die we zagen bij de Tupperware-tempel), Milo koos voor een gepunnikte lama en wijzelf schaften een groen duivelsmasker aan.

We aten lunch bij een traditioneel Ecuadoriaans eettentje. We lieten ons verrassen door het dagmenu. De voorgerechten, een heerlijke empanada en een goed gevuld soepje, waren een schot in de roos.

Maar het hoofdgerecht deed onze smaakpapillen zwoegen en onze hersenen kraken. Al kauwend vroegen we ons af welk gepaneerd en gefrituurd stuk varken dit was.

Toen Vincent het gefrituurde korstje van de 'pig-stick' af haalde, leek het ene stuk vlees op het scrotum van een klein beest en het andere stuk had veel weg van een menselijk oor. Dat zette eventjes de rem op onze eetlust. Maar het toetje – een fruitsalade – was weer helemaal prima.

Die avond gingen we naar een lekker arty-farty jazztentje met goedkope mohito's en heerlijke vleesgerechten (daar wel!). Reza vermaakte bezoekers en personeel door drie kwartier lang een dansshow op te voeren. Zijn jazzy moves, robotbewegingen en verleidelijke glimlachjes gingen er vooral bij de serveersters in als koek. Na afloop maakte hij drie plechtige buigingen.

19 juli 2010

Middelpunt van de wereld

We bezochten Mitad del Mundo, het middelpunt van de wereld, de plek waar je exact op de evenaar staat. Ecuador heeft er een mooi monument laten bouwen met enkele musea eromheen, een vaste prik voor toeristen.

Het portretje op de nullijn hoorde natuurlijk ook in ons foto-album thuis, dus namen we de bus naar Mitad. Dat was een Efteling-attractie op zich, vanwege de ruige rijstijl van de chauffeur. Daar aangekomen beleefden we een zonnige dag met twee speeltuinen en een treinritje rond het monument als hoogtepunten.

En toen besloten we Templo del Sol (de tempel van de zon) te bezoeken. Deze tour werd ons aanbevolen door een soort Farao in een indianenpak. Zo'n man geloof je op zijn woord, natuurlijk.

De flyer die hij uitdeelde, deed vermoeden dat we binnen de tijdspanne van 1 uur een stoere show met lichteffecten te zien zouden krijgen. Er werd ons muziek en dans beloofd, evenals een helende geurtherapie, kunst, cultuur en een blik op een nabije vulkaan. Houd deze gedachte vast.

Aangekomen bij de Maya-achtige tempel stond 'Prins Carnaval' ons dus op te wachten. Uit een krakerige speakerbox klonk opzwepende muziek en we dansten rondjes om een klein houtvuur (muziek, dans: check). Tijd voor een verkooppraatje over eucalyptus en massageolie (aroma-therapie: check). Daarna gaf een man met een belachelijke maskermuts op zijn hoofd (cultuur: check) een rondleiding langs wat schilderijen (kunst: check). Als er minder wolken en mist waren geweest, hadden we vast die krater van de vulkaan gespot. Maar wij dachten: we vertrekken snel voordat we Tefal-pannensets en Tupperware-bakjes aangeboden krijgen.

Al met al een miskoop, vooral omdat deze grap in totaal 2 uur tijd kostte. Maar goed, het was een klein smetje op een heerlijke dag. En we zullen nog vaak lachen om de herinneringen: Reza die breakmoves doet naast de swingende Farao, Viola die een experiment met warme steentjes ondergaat, Vincent die hijgend en steunend Reza niet kan bijhouden bij het beklimmen van de tempel en Milo die een scheut eucalyptus-olie in zijn ogen veegt.

17 juli 2010

Stortregen en smeerworst

Na een reis van 16 uur zetten we voet aan de grond in Quito, Ecuador. Dit jaar waren de jongens perfect in het vliegtuig: veel slapen en spelen, weinig jammeren. En dat zonder individuele tv-schermen in de stoelen!

Het stortregende toen we langs de paspoortcontrole liepen. We haalden onze doorweekte backpacks op en stapten in een taxibusje, dat naar ons eerste 'huisje' reed. De jongens waren inmiddels afgedraaid. Milo brabbelde wat over smeerworst en Reza keek voor zich uit als een uitgeblust oud mannetje.

We ploften gauw in bed toen we bij de 'Auberge Inn' aankwamen. Vanwege de jetleg mochten we om 3 uur 's nachts Reza en Milo enkele uren lang vermaken met speelgoed en spelletjes. We zagen het uiteindelijk licht worden en maakten ons op voor een fantastische vakantie.

De volgende ochtend lieten we ons bij een reisbureau informeren over de trips naar de beroemde Galapagos-eilanden. De schokkend hoge prijzen brachten ons nog heel even aan het twijfelen, maar al snel beseften we: als we niet gaan, krijgen we spijt.

Zodoende gebeurde het dat we de eerste dag van onze vakantie een bedrag uitgaven dat even hoog was als onze retour-vliegreis van Schiphol naar Quito. Slik. Hoe dan ook: van 5 tot en met 9 augustus gaan wij eiland-hoppen op een luxe cruise met gids. Hebben we nog precies genoeg tijd om te vergeten hoe duur het was…

11 juli 2010

Pingpong-hagel

Wanneer de regen door de daken dendert... Als de halve pannenset op de keukenvloer
de lekdruppels moet opvangen... Zodra er hagelstenen vallen die zo groot zijn als pingpongballen... (En als Oranje niet kan winnen van Spanje...) Dan voel je gewoon
dat het tijd is om op vakantie te gaan.
Onze volgende halte: Quito in Ecuador. Nog een paar nachtjes slapen en dan: vamos!

10 juli 2010

Tovenaar grijpt megafoon

Als kind is Jamie Lidell waarschijnlijk in een grote pan toverdrank gevallen. Deze onderdompeling leidde tot een overdosis aan muzikaliteit, maar ook een zware vorm van ADHD.
En daarom kon dit geflipte genie zijn publiek op North Sea Jazz Festival 2010 gisteravond trakteren op een wervelwind aan geluidsexperimenten.

Toen wij de zaal binnenliepen, troffen we Jamie aan in zijn eigen wereldje. Hij stond midden op het podium allerlei instrumenten te imiteren met zijn stem. Een deel van het publiek vroeg zich openlijk af waar deze verstrooide professor mee bezig was. Maar dat hinderde Jamie geen moment. Hij zette zelfverzekerd zijn ego-trip voort, langzaam maar zeker gesteund door een groeiend aantal toeschouwers dat zich liet meeslepen in de kakafonie van geluid.

Na een oorverdovende apotheose nam Lidell, gekleed in een soort kleurrijk tovenaarspak, het gejuich in ontvangst. Maar hij toonde ook meteen zijn kwetsbare kant: 'Ik heb begrepen dat jullie op ditzelfde moment Norah Jones hadden kunnen zien optreden. Daarom wil ik jullie extra bedanken dat jullie hier zijn.'

Vijf funky muzikanten betraden de bühne en speelden met Jamie een lading hits en nieuwe nummers. Het refrein van 'Another day' zong de zaal minutenlang a capella, terwijl de tovenaar de baslijn vertolkte. Ook de brug van zijn grootste hit 'Multiply' brulde het publiek uit volle borst mee. 'I'm so tired, so tired, so tired...'

Jamie's bril vloog enkele malen door de lucht na een wilde, ongecontroleerde dansbeweging. Halverwege een lied greep hij haastig een megafoon. Vervolgens zong hij drie regels door dit apparaat en kwakte hij het vlug weer neer op zijn enorme geluidsinstallatie. Continu draaide hij aan de ontelbare knoppen van deze helse machine.

Het was een avontuur om deze muzikant aan het werk te zien. Zijn toverdrank smaakte naar meer. En de kans dat we meer gaan krijgen, is groot. Jamie zei zaterdag: 'Muziek maken is het leukste dat er is. Ik hoop het te doen tot ik een heel oud mannetje ben.' Wij gunnen hem een afwisselende trip naar het bejaardenhuis.
www.northseajazz.com

1 juli 2010

Killer-instinct

Als ik afgegaan was op mijn richtingsgevoel
Dan had ik nog jaren gezworven
Had ik het moeten hebben
van mijn killer-instinct
Dan was heel mijn prooi al bedorven

Versiertrucs waren nooit mijn sterkste kant
Dus ook daarmee viel weinig te winnen
En bij de eerste indruk ga ik vaak onderuit
Door gestotter en openingszinnen

Hoe is het dan toch mogelijk dat ik jou vond
En dat jij je zo heerlijk liet vinden?
Waarschijnlijk ging die dag eens niet alles mis
Toen ik jou om mijn vinger wou winden

Gespreksstof komt bij mij zelden vanzelf
Ik heb patent op de pijnlijke stilte
Om een goede grap te plaatsen
ergens in een gesprek
Kies ik steevast het foute gedeelte

Hints snap ik zelden, hoe vet ze ook zijn
Ze oppikken lukt voor geen meter
En complimenten geven is een vak apart
Maar ze verminken, dat lukt mij steeds beter

Ik begin nu te beseffen dat jij mij vond
En dat ik me gewillig liet vinden
Misschien is het te danken aan jouw killer-instinct
Dat je mij met gemak kon verslinden

(c) Vincent Mirck

30 juni 2010

Chronische strijdlust

Chronisch zieke kinderen.
Als wij die term horen, denken wij direct aan kanker, downsyndroom, rolstoelen en spraak-computers. Daarom keken we vreemd op toen we voor het eerst een uitnodiging kregen voor een dierentuinfeest… speciaal voor...
chronisch zieke kinderen.

Huh? Hebben wij een chronisch ziek kind dan? Nou, inderdaad. Op Tweede Kerstdag 2008 viel er een kop hete thee over Milo's borst en buik. We verbleven drie weken in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk, waar hij uiteindelijk is geopereerd aan zijn brandwonden. Sindsdien gaat alles eigenlijk supergoed, maar inderdaad: technisch gezien is hij chronisch ziek.

In het ziekenhuis moesten we destijds - tussen al het verdriet, de onderzoeken en de stress door - een vragenlijst invullen. Een van de vragen luidde: 'Op een schaal van 1 tot 10, hoe storend vindt u het litteken van de brandwonden?' Natuurlijk was '10' toen het enige logische antwoord. En we konden ons niet indenken dat we daar ooit nog anders over zouden denken.

Gisteren plofte de laatste vragenlijst over dit onderwerp op onze deurmat. Wie weet komt dezelfde vraag weer langs. Natuurlijk zijn we nog steeds heel boos over het ongeluk, de brandwonden, de littekens. Maar tegelijkertijd zijn ze langzaam maar zeker ook bij onze kleine man gaan horen. Milo toont zich regelmatig angstloos, zijn naam betekent 'strijder' in het Latijn en die 'bobbels' op zijn borst deren hem geen moment.

Het cijfer dat we zullen invullen, is nog
steeds hoog. Maar een 10 vinden we
te veel eer. De strijdlust van Milo en de levensvreugde die hij elke dag uitstraalt, zorgen er misschien nog wel eens voor
dat dit cijfer een 'onvoldoende' wordt.

Vincent en Viola, juni 2010.