** reizen ** kids ** natuur ** cultuur ** muziek ** theater ** kunst ** gedichten ** humor ** liefde **

20 augustus 2019

Reisverslag: van Buenos Aires naar Rio (2019)



Met ons gezin gingen we deze zomer op vakantie naar Brazilië. Onderweg maakten we een tussenlanding op Buenos Aires. We namen twee dagen de tijd om de hoofdstad van Argentinië te ontdekken. Een fietstocht (met Nederlandse gids) leidde ons langs de arme en rijke wijken, de mooiste parken, enkele kunstwerken en La Recoletta, de beroemde begraafplaats waar Eva Perron ligt. Ook stonden we stil bij het Plaza del Mayo, waar de 'dwaze moeders' nog altijd treuren om hun verdwenen kinderen.



Street-art in volksbuurt en hipsterwijk
We wandelden door La Boca en Palermo Soho, op zoek naar de graffiti en street-art waar deze wijken van Buenos Aires om bekend staan.



La Boca is een arme volkswijk met als trots het felgele stadion van de lokale voetbalclub Boca Juniors. De kunstwerken op de muren van huizen, winkels en gebouwen laten opvallend veel strijdlust zien. Een paar straten bestaan uit felgekleurde huisjes, veelal opgeleukt met een soort carnavalspoppen die Maradona, Evita en de paus voorstellen.





Palermo Soho is een rijke wijk vol hipsters, koffietentjes en restaurants. In menig straat moesten we wachten tot de Instagram-meisjes klaar waren met hun selfies met zwoele blikken voordat we zelf een foto van de kleurrijke kunst konden maken. De street-art is hier wat minder rauw, maar zéker niet minder indrukwekkend.







Natuurgeweld in Iguazu
De watervallen van Iguazu (Iguassu) zijn de breedste ter wereld. Je kunt ze bewonderen van zowel de Argentijnse als de Braziliaanse kant. On-ge-loof-lijk met hoeveel kracht en met hoeveel liters (1,5 miljoen per seconde) tegelijk het water hier naar beneden stort. Aan de Argentijnse zijde staarden we met open mond naar Devil's Throat, de plek waar de meeste watervallen samenkomen. Oog in oog met dit natuurgeweld voelt een mens zich klein en nietig. Veruit het mooiste uitzicht dat we ooit zagen!



Beukend gekletter
De Braziliaanse kant biedt een breder overzicht van de 'cataratas' (het wonderschone Braziliaanse woord voor waterval). Geen panorama-foto doet recht aan wat je hier beleeft. Je staat tussen het beukende gekletter, je kijkt je ogen uit - en ja, je wordt nat. We hadden een prachtige dag te pakken: er dook zelfs een dubbele regenboog op. Bezoek vooral zelf dit wonder of bekijk de plaatjes, want woorden schieten tekort.



Zomerzon en poolwind
In het knusse stadje Bonito troffen we een fijne combinatie van evenaarszon en poolwind. De winterbries compenseerde de zomerse hitte continu, waardoor het prettig toeven was. We verbleven in huisjespark 'de Windmolen', waar de kleurrijke ara's ons om de oren vlogen.



Snorkelen met een tapir
Extreem helder, kalkrijk water stroomt er door de Sucuri-rivier, nabij Bonito. Een ideale plek om te snorkelen dus. Zwemmen is niet nodig, want de stevige stroom voert je mee langs wuivende waterplanten en nieuwsgierige vissen. Het hoogtepunt van onze trip was een 'close encounter' met een tapir! Dit enorme beest stond zich te wassen in de rivier. Door zijn gewroet was het zicht onder water vanaf die plek nihil geworden, maar dat vergaven we deze reus met z’n lange neus graag.

Op een andere rivier deden we een rafting-boottocht met het hele gezin. Al peddelend en hozend genoten we van het groene uitzicht en stortten we voorzichtig van zes kleine watervallen. Niks schokkends, geen man overboord, maar we kwamen heerlijk nat gespetterd uit de rubberboot.



Beesten spotten in Pantanál
Pantanál is een natuurgebied in West-Brazilië. We verbleven daar vier dagen in de 'pousada' Santa Clara die de uitstraling had van een gezellige camping. Er vlogen ara's en een toekan rond, zwijnen, paarden en koeien stonden er te grazen. Onze dagen waren volgepland met excursies. De tochten per boot en te paard waren het leukst.

We zagen enorm veel (roof)vogels onderweg. Een ander reisgezelschap vertelde trots dat zij een poema hadden gespot. Die buitenkans ging helaas aan onze neus voorbij, maar we hadden wél het voorrecht om een anaconda en (weer) een tapir van dichtbij te zien.





Daarnaast lag er elke honderd meter een groep likkebaardende kaaimannen aan de waterkant. Bij het vissen sloeg een reisgenoot zelfs een piraña aan de haak. Graag waren we een gordeldier tegengekomen, maar de enige armadillo die we troffen, was helaas een dode.





Al met al was vier dagen wat lang voor het relatief kleine junglegebied waar wij mochten rondkijken. Toch hebben we ons prima vermaakt in Pantanál. Overigens schijnen de denge- en malaria-mug hier niet rond te vliegen, maar laat de smeermiddeltjes beslist niet thuis, want de rest van de muskieten prikt er vrolijk op los!

Bijpraten in Paraty
De stad Paraty staat bekend om haar gezellige centrum met onhandige bestrating: de ongelijke keien maken het rustig struinen bijna onmogelijk. Probeer dit niet met teenslippers, laat staan met een rolstoel. En al helemáál niet in beschonken toestand. Gelukkig is het gestuntel uiteindelijk de moeite meer dan waard: fijne restaurants en knusse bars heeft Paraty in overvloed.

Wij hadden echter een hele andere missie in Paraty: een ontmoeting met Gaby, een goede vriendin van Viola. Die twee leerden elkaar begin jaren '90 kennen in Venezuela, Gaby's geboorteland. Sindsdien verhuisde Gaby naar Barcelona, waar we haar en haar man hebben ontmoet, vervolgens bezocht ze ons eenmaal in Nederland. Dat was inmiddels vijftien jaar geleden. Nu wij naar Brazilië op vakantie gingen, waar Gaby momenteel woont, was het vanzelfsprekend dat we elkaar weer zouden zien. En zo geschiedde.

Het was een fijne ontmoeting: er werd veel gekletst, lekker gegeten, geproost met carpariñas. Samen met de kinderen togen we naar de Tarzan-watervallen, waar je vanaf een rots af kunt glijden. Na een glibberige afdaling beland je met een loeivaart in het ijskoude water. Want ja, in Brazilië is het gewoon nog steeds winter, al zou je dat door de lekkere middagtemperaturen soms vergeten.



Eilandje lacht, eilandje huilt
Ilha Grande was onze volgende halte. Dit eiland ten noorden van Rio geldt als een populaire vakantiebestemming voor zowel Brazilianen als toeristen. Jammer genoeg viel het weer tegen: we hadden veel bewolking en regen.

Op de eerste dag liet de zon zich gelukkig volop zien. Deze zon-uren brachten we grotendeels door op (zeggen ze) het mooiste strandje: Lopes Mendes. We wandelden door de jungle van het groene eiland, relaxten in het zand en sprongen rond in de zee. Pas op de terugweg begon de storm. Het werd een spannende terugtocht op de boot vol slagregen, windstoten en beukende golven. Doorweekt maar voldaan keerden we terug naar onze kleurrijke cabina's.



De tweede dag op Ilha Grande viel de regen met bakken uit de lucht. Tja, het was winter in Brazilië en dat hebben we geweten. Natuurlijk baalden we stevig, maar tegelijkertijd gebruikten we deze grauwe, druilerige dag om goede plannen te smeden voor onze trip naar Rio.

Graag hadden we ook gedoken in de wateren van Ilha Grande, maar het zicht (evenals het weer) bleek zó slecht dat we die ervaring uiteindelijk hebben overgeslagen.

Spraakverwarring tussen toerist en taxichauffeur
Rio de Janeiro vormde het slotstuk van de vakantie. Voor onze vier dagen in deze wereldstad hadden we fikse plannen gemaakt. Dag één wilden we via een mooie tocht met de veerpont het MAC (Museum voor Hedendaagse Kunst) bekijken, daarna terugvaren naar Flamingo Park waar we het Museum voor Moderne Kunst zouden bezoeken.

Echter, dat bleek helaas totaal anders te lopen. Communiceren met mensen die geen woord Engels spreken maar alleen Portugees, blijft lastig. Zo snapte de taxi-chauffeur niet dat we naar de veerponthaven wilden, dus die reed ons rechtstreeks naar Niterói, het stadje waar het MAC zich bevindt. Daar aangekomen, bleek hij ons bij het verkeerde gebouw afgezet te hebben. Het was weliswaar ontworpen door dezelfde beroemde architect, Oscar Niemeyer, maar het was een totaal andere locatie. Vanaf daar moesten we via handen- en voetenwerk uitvogelen hoe we per bus bij het juiste museum belandden. Dat lukte. Alleen in de bus was helaas ook niemand aanwezig die we begrepen. Achteraf bleken we drie haltes te vroeg uit de bus gestapt te zijn. Hmbrl. Een wandeling van twintig minuten later kwamen we gefrustreerd aan bij onze bestemming.



Het MAC-gebouw is vormgegeven als een ruimteschip, met veel ronde vormen. Supermooi. Ook gaaf was het feit dat we onderweg een rij vissers tegenkwamen die ons wezen op drie reuzenschildpadden die voor onze neus in het water zwommen. De terugtocht met de veerpont was aardig, maar door de schemering was het toch een andere belevenis dan gepland. Kortom, deze dag zullen we snel vergeten door al het oponthoud, onbegrip en tijdverlies.

Die avond mochten de jongens kiezen waar we gingen eten, omdat ze zich uitmuntend hadden gedragen op deze baaldag. Het werd een voortreffelijk Italiaans restaurant (Pasta e Vino), dat er uitziet alsof je alleen eten kunt afhalen. Maar wat een pasta! de tortellini, de lasagne, de ravioli waren voortreffelijk, en inderdaad: dat gold ook voor de wijn.





Tegeltrappen en grootse graffiti
De tweede dag waren we van 's morgens vroeg tot 's avonds laat op een stadstour per minibus. We beklommen de beroemde kleurrijke tegeltrappen die de wijken Lapa en Santa Teresa verbinden. De geflipte kunstenaar Selarón werkte tientallen jaren van zijn leven aan deze liefdesbetuiging voor Brazilië.





Ook zagen we het grootste graffiti-kunstwerk ter wereld: de reusachtige portretten die Kobra maakte van vijf mensen die symbool zijn voor de vijf inheemse volkeren van de werelddelen. In totaal is deze reeks muurschilderingen op Het Mauá-plein 190 meter lang.





Tags lezen, kunst kijken
Op dag drie hadden we een tour geboekt bij Street Art Rio. Gastvrouw Nina nam ons mee op een wervelende wandeling/rondrit langs de mooiste graffiti en muurschilderkunst. Ze leerde ons 'tags' lezen, gaf uitgebreide achtergrond over de kunst(enaars) en lichtte de historie van de graffiti-cultuur in Rio toe. En dat alles in perfect Engels (wat uitzonderlijk is in Brazilië)!

Onze favorieten straatkunstenaars uit Rio maken nadrukkelijk geen standaard-graffiti:


Carlos Bobi, die realistische personen afbeeldt maar expres de ogen niet tekent. Hij benadrukt hiermee dat veel mensen hun ogen sluiten voor de sociale problemen in Brazilië.


Wark Rochina, die in cartoon-stijl engelen tekent in allerlei doodgewone dagelijkse situaties: zwanger, ruziënd, dronken, op het toilet. Deze engelen staan symbool voor de mensen in de favela's (sloppenwijken).


B. Magina en Nass, een collectief dat abstracte kunstwerken schildert met extreem veel verschillende kleuren. Hun werk zou je eerder in een museum verwachten dan in het straatbeeld.

Meer informatie: riostreetarttours@gmail.com.

Macho's en chica's op Copa en Ipanema
De laatste dag van onze vakantie stond helemaal in het teken van 'beach life' op de twee beroemdste stranden ter wereld: Copacabana en Ipanema. Beide beaches hebben hun eigen charme. Op Copa wordt vooral veel gesport en geflirt. Macho-mannen en sexy dames tonen vol trots hun lichaam. De Copa heeft bovendien een perfecte hoek waar golfsurfers hun stoere capriolen kunnen uithalen. Ipanema trekt meer hipsters en modieuze types aan. Hier geldt als motto: zien en gezien worden. Op Ipanema wappert overal de regenboogvlag en is de gay-scene dus goed vertegenwoordigd.



Op de stranden van Rio hoef je qua eten en drinken niks zelf mee te nemen. Werkelijk álles kun je ter plekke aanschaffen bij rondlopende verkopers: van bier tot sap, van gebakken garnalen tot hamburgers, van empanada's tot ijsjes. De kosten? Daar kun je flink op afdingen. Zo kregen we moeiteloos de prijs van twee carpariña's van 25 real per stuk teruggeschroefd naar 20 real voor een tweetal.

De Braziliaanse beaches mogen wat ons betreft de boeken in als 'bijna volmaakt'. Warm weer, koel water, fijn zand, lieve en mooie mensen, talloze kansen tot interactie. Een serieus minpunt: overal hoor en lees je waarschuwingen en waargebeurde verhalen over diefstal. Als toerist in zó'n groot land met zóveel arme mensen die zó dicht bij de rijkere gebieden wonen, calculeer je logischerwijs in dat je meer kans loopt om gerold of beroofd te worden dan bij ons thuis in Nederland. We hebben zelf gelukkig geen nare ervaringen opgelopen tijdens onze reis. Ook hebben we ons geen moment onveilig gevoeld. Maar toch voelt het gek wanneer je alles van waarde uit voorzorg in het hotel achterlaat of vakkundig verstopt op het strand.

En zo kwam er een eind aan ons drieweekse avontuur in Buenos Aires en Brazilië. Hoe immens groot Brazilië is, merk je alleen al aan het aantal tijdzones dat je passeert als je op reis gaat. De klok op onze telefoons werd drie keer bijgesteld gedurende de trip. Ál het moois zien in drie weken tijd is natuurlijk onmogelijk, maar we hebben het idee dat we een fraaie selectie hebben gemaakt. De ultieme hoogtepunten: de Iguazú-watervallen, snorkelen met een tapir, de prachtige street-art en het strandleven. Het was een fantastische reis.

26 mei 2019

20 jaar samen

Op 1 juni 2019 beginnen Viola en Vincent hun 20e jaar samen. We vieren de liefde!

5 mei 2019

Eindelijk: bella Italia!



Schaam, schaam. Wij reizen al twee decennia samen de wereld over, maar waren nog nooit in Italië geweest. Afgelopen meivakantie hebben we deze misstand rechtgezet. Onze puberzonen wilden graag het Colosseum en de toren van Pisa bezichtigen. Check. Wij wilden graag de kunstschatten van de Renaissance zien. Check. "Chillen op een relaxte plek" was ook een vereiste. Check. Lekker Italiaans eten. Check. En tot slot: lekker Italiaans weer. Helaas… de weergoden waren ons niet goed gezind: onze twee weken Italië werden gekenmerkt door grauwe luchten, regen en zelfs hagel. Slechts een paar dagen liet de zon zich zien, toevalligerwijs óók nog eens op dagen dat we veel aan het reizen waren. Afijn, we laten ons niet zomaar uit het veld slaan, dus we maakten er een onvergetelijke tijd van. Weer of geen weer.



Magisch doolhof
Florence vonden we een zeer fijne stad om in rond te lopen. Door de typisch Italiaanse straatjes – smal en krom – waanden we ons in een doolhof. Maar dan wel een magisch doolhof, omdat overal verrassend mooie gebouwen opdoken bij elke hoek die we omsloegen. Deze stad ademt kunst en cultuur!



Onze monden vielen open toen we het immense marmeren beeld 'David' van Michelangelo bezochten. Ook het Leonardo da Vinci Museum, waar een groot aantal van zijn uitvindingen en prototypes zijn nagebouwd, viel goed in de smaak. We trokken een middag uit voor de Boboli-tuin: een oase van groen, verfraaid met een flink stel standbeelden. En natuurlijk vergaapten we ons aan de onwerkelijk grote en mooie 'duomo' oftewel koepelkathedraal, midden in de stad.



Toscaanse berg
Naast de stedentrips die we ondernamen (Florence, Pisa, Lucca en Rome) besloten we het rustige plattelandsleven op te zoeken in Novanta, een bergdorpje waarin enkele huisjes zijn omgebouwd tot hotelkamers en gezelschapsruimtes. Novanta wordt gerund door een stel jonge Amsterdamse ondernemers die samenwerken met de lokale bevolking om de gasten een authentieke Toscaanse vakantieweek te bezorgen. Je kunt struinen langs de rivier, lunchen bij de plaatselijke slager en je brein breken in een leuke escape room. De groep gasten eet 's avonds samen aan een lange tafel, waarop de lekkerste Italiaanse gerechten verschijnen, vers gemaakt met lokale ingrediënten. Balen dat het weer tegenzat, want de zon had onze paar dagen in Novanta nog stukken mooier kunnen maken. Voordat we helemaal konden wennen aan het rustige tempo en de frisse berglucht, was het alweer tijd om het drukke stadsleven in te duiken.



Levend geschiedenisboek
Rome is een schitterende stad, waar zo ontiegelijk veel historische monumenten en ruïnes staan dat je het gevoel krijgt door een geschiedenisboek te wandelen. Hier liggen de originele keien waarover legendarische legers marcheerden, honderden jaren voor Christus. Daar staan de resten van het Senaatsgebouw waar de republiek werd geboren (en Caesar vermoord). Verderop ligt het Colosseum waar de paardenrennen en gladiatorengevechten plaatsvonden. Op kerkmuren en -plafonds zijn kunstschatten te aanschouwen van de grote meesters. En o ja, om de hoek liggen alle pauzen begraven.



Toeristen-file
Groteske gebouwen, paleizen, kerken, kathedralen, kastelen, fonteinen en ga zo maar door. Helaas weten álle toeristen ter wereld dat al deze pracht en praal hier te vinden is. Daarom staan overal dikke, dikke rijen. Fors geprijsde 'skip the line' tickets lijken hiervoor de oplossing, maar die verlossen je natuurlijk alleen van de wachtrij vóór de ingang. Eenmaal binnen betreed je het terrein van de toeristen-file waarin je stapvoets voortbeweegt maar je je tóch opgejaagd voelt. In de musea van het Vaticaan bijvoorbeeld waggelen massa's toeristen hutjemutje, stap voor stap door de gangen. Ze passeren het ene na het andere meesterwerk, terwijl suppoosten hen opjutten als vee: "Keep moving, don't stop". Een Aziatische jongen van circa twintig die voor ons loopt, had een oplossing gevonden voor de haastige aanpak van het museumbezoek. Hij maakte letterlijk van álle kunststukken een vlugge foto. Klik, klik, klik.

Wij voelden ons zó ongemakkelijk tussen deze meute, dat we de pas erin hielden en ons gewillig naar de uitgang lieten bonjouren. Dat lag eerlijk gezegd ook aan het uiteenlopende niveau van de honderden kunstwerken die hier hangen en staan. Natuurlijk zijn de werken van Michelangelo en Rafaël betoverend mooi, maar láng niet al hun tijdgenoten hadden vergelijkbare talenten.



Niet weten waar je moet kijken
De Sixtijnse kapel is zonder twijfel het hoogtepunt van het Vaticaan, een absolute must-see. Michelangelo koos voor elke vierkante centimeter de beste vlakverdeling, de mooiste kleuren, de sterkste compositie en de heftigste gezichtsuitdrukkingen. Het resultaat is een ruimte waar ongelooflijk veel mooie schilderingen samenkomen in een strikte structuur. Je ogen weten in eerste instantie niet waar ze moeten kijken, maar krijgen hulp door de heldere opbouw van het kunstwerk.

Dat geldt helaas niet voor de Sint Pieter basiliek. Zoals de kapel de uitstraling heeft van één groot samenhangend kunstwerk, zo kwam de basiliek op ons over als een kakafonie van stijlen en ideeën. Michelangelo's beeld van de stervende Christus is een juweel, evenals het altaar en de spreekstoel. Maar de schreeuwende samenkomst van alle beelden, muurschilderingen, plafondversieringen en kroonluchters werd ons algauw te veel. De goede bedoelingen gaan hier ten onder aan protserige overdaad.



Moderne meesters
Verrassend vonden we de gangen waar de moderne kunst hing. Jawel, het Vaticaan verzamelde ook indrukwekkende werken van Dalí, Chagalle, Matisse en tientallen andere kunstenaars. Een welkome afwisseling tussen al die klassieke, vaak overdreven pracht en praal uit de Renaissance.

Bella Italia is ons prima bevallen. De schoonheid van de natuur, kunst en cultuur is niet te evenaren. Het eten is overal lekker. De sfeer is goed. Alleen het toerisme is ons een tikkie te massaal. Desondanks komen we ongetwijfeld een keer terug naar dit bijzondere land. Dus: ciao… for now!

Vincent en Viola

27 augustus 2018

Reisverslag Sri Lanka 2018



Rode vlaggen, zwarte vogels
Onze trip door Sri Lanka begon in Negombo, ten noorden van hoofdstad Colombo. Drie nachten sliepen we daar in Villa Eco Green, een prima uitvalsbasis naar het strand, eettentjes en een fijn zwembad. Dat laatste was nodig, omdat er helaas allemaal rode vlaggen langs de kust van Negombo stonden: zwemmen in de woeste zee was strikt verboden. Daar baalden we van. Springen in de hoogste golven was sinds onze vakantie in Thailand immers één van onze grootste hobby's. Deze tegenslag gaf ons een extra reden om vooral óók de oostkust van het eiland te bezoeken, waar het naar verluidt een stuk rustiger zou zijn qua golfslag.

Symfonie van claxons
We maakten er een fijn verblijf van in Negombo. Vooral het lekkere eten bleef ons bij: heerlijk verse vis en curry die zelfs in de 'not spicy' variant de vlammen op je tong toverde. Bestelde je een biertje, dan kreeg je een fles van 625 ml. Geen half werk. En alle prijzen lagen bespottelijk laag: avondeten voor circa vijf euro per persoon, cocktails voor de prijs van Nederlandse pilsjes. Waar we ook maar liepen, hoorden we continu de symfonie van claxons van tientallen tuktuks die ons voor 200 roepie overal naartoe wilden tuffen.



Het zwembad pal naast het strand was heerlijk qua temperatuur en best rustig qua zwemmers. Het aantal kauwen rondom het water was daarentegen groot. Deze beesten zochten verkoeling door hun zwarte veren nat te maken en slokjes te nemen van het zwembadwater. Ze vormden eerder een bezienswaardigheid dan dat ze ook maar iemand tot last waren.

Verstekelingen in de tweede klasse
Vanaf het stadje Alawwa pakten we de trein naar Anuradhapura. We hadden derde klas tickets, maar de bijbehorende coupés zaten afgeladen vol met Sri Lankanen. We sprongen onverhoopt bij de tweede klas naar binnen, nadat de trein al in beweging was gekomen. De conducteur dreigde ons de deur te wijzen, maar gedoogde ons uiteindelijk op het balkon van de trein, ook al stonden we daar 'een klasse te hoog'. Andere Nederlanders hadden net als wij derde klas tickets, maar waren alsnog brutaal in de tweede klasse gaan zitten. Wij kenden onze plek en bleven de hele reis (ruim drie uur) netjes staan, zodat we niemands plaats onterecht bezet hielden.



Lauwe vlammetjes, wie maakt me los?
Een treinreis in Sri Lanka is een belevenis, zéker op het balkon. Je geniet sowieso van de best mogelijke airco, want de wagondeuren staan wagenwijd open terwijl de trein rijdt. Je ziet bovendien alle kooplui instappen. De ene heeft een dikke zak vol koude waterflessen, de andere loopt rond met een emmer vol lauwe bittergarnituur, een derde doet zijn best om zakken doppinda's aan de man te krijgen. Weer een andere verkoopt vers fruit dat je nog nooit eerder geproefd hebt. Hij snijdt de vruchten open met een mes dat zó vlijmscherp is, dat je hardop wenst dat hij ver uit de buurt blijft wanneer de trein onverwachts moet afremmen. Naast het eten en drinken worden ook sigaretten per stuk verkocht.



Liggende boeddha, heilige boom
Anuradhapura staat bekend om zijn talloze eeuwenoude tempels, ruïnes en boeddhabeelden. We boekten een tuktuk-bestuurder die ons rondreed langs de belangrijkste trekpleisters. Vooral de liggende boeddha in Isurumuniya Vihara vonden we prachtig. Ook de heilige boom en alle biddende boeddhisten eromheen waren mooi om te zien. Op het moment dat wij de stad bezochten, waren er extra veel gelovigen op de been. Het was volle maan en dan genieten alle Sri Lankanen altijd van een lang weekend. Twee keer per jaar zamelen ze geld, voedsel en kleding in, die ze tijdens zo'n weekend doneren aan de armen. Dat was nu ook het geval. We vonden het hartverwarmend om dit gebaar van vrijgevigheid en barmhartigheid van dichtbij mee te maken.



Brutale apen
De jongens hielden de cultuurqueeste goed vol, ondanks de klamme hitte. Gelukkig hadden we sokken mee, want nabij de tempels mag je geen schoenen aan en de grond is loeiheet. De wandelingen tussen de tempels bleken een heel avontuur omdat er tientallen grijpgrage apen rondhingen. Offerbloemen en tassen gristen ze meedogenloos uit de handen van de bezoekers. Ook Milo kreeg een aap achter zich aan totdat hij gillend en rennend zijn boterham weggooide naar het beest. We weten in ieder geval weer waar het gezegde 'brutale aap' vandaan komt.




(Lieve apen waren er trouwens ook)

Klimmen naar de zon
's Middags sloeg bij ons de tempelmoeheid toe. Toch maakten we ons op voor één laatste klim, om de zonsondergang te bekijken vanaf een hoge berg in Mihintale. Op de top staan zowel een immense witte koepeltempel (dagoba) als een fors boeddhabeeld. En ook hier stikt het van de apen. De zon zakte, de lucht kleurde licht oranje en de apen vonden zachtjesaan hun rust in de bomen. Een traditioneel gekleed drietal muzikanten deed een kort optreden met trommels en een fluit. We konden fijn zitten op de bergtop en het lukte zelfs om enkele apen fraai op de foto te zetten. In de schemering liepen we de trap af, terug naar de plek waar 'Broeder Tuktuk' ons stond op te wachten. Noot: de tuktuk is inmiddels Milo's favoriete vervoermiddel, omdat de bijbehorende rijstijl hem niet misselijk maakt én omdat de wind lekker naar binnen waait.







Wildpark? Niet wildenthousiast
Vanaf onze B&B in Anuradhapura gingen we in de vroege ochtend op safari naar Wilpattu. In dit wildpark schijn je een zeer goede kans te hebben om luipaarden en olifanten te zien. Helaas, wij hadden minder geluk. Oké, we troffen een lippenbeer naast onze jeep. En dat was een unicum, als we de chauffeur moesten geloven. Maar verder waren het vooral vogels (reigers, pauwen, roofvogels, bijeneters en ijsvogels) wat de klok sloeg. We genoten wel degelijk van de mooie uitzichten en het kleurrijke vliegvolk, maar het was relatief veel uren rijden zonder veel groots te zien. Deze trip voldeed dus niet aan de verwachtingen. Jammer dan, op naar het volgende avontuur.



Nilaveli: zon, zee, strand... en een haai
In de badplaats Nilaveli huurden we een kamer in een goedkoop, ondermaats hostel, pal naast het strand en de duikschool. Ons doel was om daar alleen te zijn om te gamen, douchen en slapen. Dat lukte heel aardig, want we waren elke dag bijna de hele dag in of rondom de zee te vinden. Springen in de golven, zandkastelen bouwen, relaxen in de zon/schaduw en smakelijke visgerechten proeven.

Reza maakte zijn eerste twee duiken als volleerd 'open water diver', na het behalen van zijn PADI-brevet vorig jaar op de Seychellen. Viola en hij zagen onder andere een zeeschildpad en twee grote kreeften. Milo en Vincent gingen snorkelen bij Pigeon Island. Daar zagen ze maanvissen, fluitvissen, papegaaivissen, blauwe kwallen... en een haai van anderhalve meter!



Dolfijn: check, walvis: nope
Onze laatste dag in Nilaveli ging de wekker om vijf uur 's ochtends. Slaapdronken stapten we in een bootje dat ons drie uur lang over de beukende golven voer. Doel: dolfijnen en walvissen spotten. Van die eerste soort zagen we er tientallen vrolijk rondspringen. Schitterend, die speelsheid. Maar toch is zo'n trip pas écht geslaagd als je vervolgens ook zo'n 'grote jongen' treft. Dat mocht helaas niet zo zijn: de walvissen, walvishaaien en potvissen hielden zich goed verborgen onder het wateroppervlak. Volgende keer beter.



Tempels en grotten
Op weg naar de stad Dambulla maakten we een tussenstop in Polonnaruwa, waar we vele boeddhistische en enkele hindoeïstische tempels uit de oudheid bezichtigden. In een museum tonen maquettes hoe deze forse bouwwerken er uit hadden gezien als ze volledig intact waren gebleven. Ook valt daar veel te leren over de geschiedenis van Sri Lanka en de betekenis van alle goden en rituelen.





In Dambulla liepen we door grotten vol kleurrijke muurschilderingen en beelden. We beklommen de rots Pidurangala om ons te vergapen aan het uitzicht op die ándere befaamde rots Sigirya (Lion's Rock). Vervolgens maakten we tijd om tóch nog een safari in een natuurpark te ondernemen. We hoopten op meer succes in het spotten van grote zoogdieren dan we tot nu toe hadden gedurende deze vakantie. En jawel: bij de waterplas stonden ons ruim honderd olifanten op te wachten. We zagen ze eten, spelen, zwemmen. Een groep van deze giganten leek op oorlogspad doordat ze in formatie naar enkele jeeps draafden, ook de onze. Gelukkig bleek het hier te gaan om een eenvoudige olifantenles in respect: zodra de chauffeur de wagen in zijn achteruit zette en enkele meters plaats maakte, werden de beesten weer rustig. Het was wel imposant om zo'n saamhorige groep reuzen snelheid te zien maken.



Mission: last-minute
Kandy was onze volgende halte. Het is in deze stad een stuk koeler vanwege de ligging. We betrokken er een verdieping in een prachtige villa die uitkijkt op de bergen. Na enkele mindere overnachtingen voelde deze 'homestay' als een regelrecht vijfsterrenhotel. Onze gastheer was zeer behulpzaam, waardoor we erin slaagden om in korte tijd uiteenlopende activiteiten te ontplooien. Zo zagen we een culturele show vol traditionele dans en volksmuziek, doorkruisten we de schitterende botanische tuinen van Kandy en lukte het zelfs om in een aftandse bioscoop de nieuwe 'Mission: Impossible'-film te bekijken. Toen de gastheer het óók nog voor elkaar kreeg om last-minute eerste klas treintickets naar Ella te regelen op het station, zónder dat we daarvoor lang in de rij hoefden te staan, waren we in de zevende hemel.



Bergen, dalen, plantages
De treinreis tussen Kandy en Ella wordt gezien als één van de mooiste ter wereld. Het landschap dat voorbij trekt is inderdaad adembenemend. Zes uur lang bestaat het decor uit bergen, dalen, kronkelwegen en theeplantages. De deuren van de trein mogen officieel niet open tijdens het rijden (als je de bordjes moet geloven). Maar in werkelijkheid zijn ze geen moment dicht. In elke deur staat of hangt wel een toerist met een mobieltje of camera, op jacht naar het perfecte plaatje.







Jakkes, een kakkerlak!
Aangekomen in het relatief koele bergstadje Ella bleek het pittig om een slaapplek te vinden. Omdat we 's ochtends vroeg pas wisten dat we deze treinreis überhaupt konden maken, moesten we vanaf station Ella snel plannen improviseren. We belden naar een aantal logeeradressen die in onze reisgids of op boekingssites stonden, maar de meeste gastheren hadden geen plek of spraken geen woord Engels. Ook online reserveren bood geen garanties, want meerdere B&B's bleken alsnog volgeboekt als we er achteraan belden. Uiteindelijk kwamen we terecht in een afgelegen, klein, mottig huisje zonder warm water, waar de eigenaren ons nauwelijks begrepen en een kakkerlak de kinderen de stuipen op het lijf joeg. We hebben er geslapen, maar gebruikten die eerste dag vooral om een beter plekje te vinden. Dat lukte: we konden terecht bij een vriendelijke familie die een prima huisje (met balkon) in het centrum van Ella had. Er was meteen een klik tussen onze kinderen en de vierjarige zoon des huizes. Onze les: in een stadje als Ella kun je beter eerst een rondje lopen/rijden voordat je de telefoon pakt, want dan blijkt er veel meer mogelijk dan je denkt.







Treinbrug en waterval
Ella heeft een vriendelijke, relaxte sfeer. Dat komt mede door de fijne hoofdstraat vol goede restaurants, beschikbare B&B's, gezellige koffie- en cocktailbars. In en rondom de stad is meer dan genoeg te doen. Wij hebben uit dit aanbod de volgende bezigheden geplukt: dompelen in de Ravana-waterval, lopen op de rails bij de beroemde spoorbrug met negen bogen, wandelen langs een theefabriek, klimmen naar het fraaie uitzicht op de berg die ze Little Adam's Peak noemen.





Relax en Chill
Een aanrader qua lekker en gevarieerd eten is restaurant Café Chill, maar dat geeft de wachtrij voor de deur al wel enigszins weg. Op de bovenste verdieping van dit restaurant kun je relaxt zitten onder het grote houten dak. De dag voordat we verder reisden, genoten we bovendien van een stevige massage. Ella toverde bij ons allemaal een ontspannen en voldaan vakantiegevoel tevoorschijn.



Mistwoud in de kou
Ella was relatief koel, maar Nuara Eliya, onze volgende verblijfplaats, was ronduit koud. Brrr. Vijftien graden, overdag! En dan regende het ook nog pijpenstelen. Waarom reisden we dan tóch naar dit vreemde berggebied in Sri Lanka? Om het hooggelegen natuurpark Horton Plains te beleven. Dit 'cloud forest' heeft een dikke deken van mist over zich heen liggen, waardoor de uitzichten magisch en mysterieus zijn. De langstrekkende wolken verdelen het decor in verschillende lagen zodat de diepte van het landschap zich aftekent voor je ogen.





De drie uur durende wandeling naar het beroemde uitkijkpunt 'World's end' pakte zwaar uit vanwege de regenval. De stoffige paden veranderden in modderstromen, de steile wanden werden glijbanen. Uiteindelijk bleken de landschappen die we onderweg tegenkwamen indrukwekkender dan 'het einde van de wereld' zelf. De mist was in dit 880 meter diepe ravijn zó dicht dat we alleen maar een witte wolkenmassa zagen. Dat gaf een surrealistisch gevoel. Immers: je hebt geen enkel benul van diepte, maar tegelijkertijd weet je dat er een gigantische afgrond achter de mist schuilgaat.



High tea in koloniale sfeer
Na het trotseren van de regen en de kou trakteerden we onszelf op een high tea in The Grand, een luxe hotel regelrecht uit de koloniale tijd. Het zag er piekfijn uit en de koekjes en hapjes smaakten prima. Alleen de bediening liep niet gesmeerd. Er waren simpelweg te veel obers met te specifieke taken. De ene bediende wees ons naar de juiste tafel, een ander heette ons welkom en overhandigde de theekaart. Uiteindelijk verscheen de hoofdkelner om onze definitieve orders op te nemen: driemaal de high tea. Wilden we een extra fles water? Dan gaf de hoofdkelner die bestelling door aan de waterdrager. Miste er bestek? Dan kreeg de bestek-neerlegger ervan langs. Zodoende duurde het even voordat alles op tafel stond.

Ongemakkelijk
Deze omslachtigheid in de bediening wordt in veel Sri Lankaanse restaurants vergezeld door een ongemakkelijke omgangsvorm met de gasten. Zo blijven sommige obers minutenlang naast je wachten terwijl je rustig het menu wil bestuderen. Ook is het niet ongebruikelijk dat ze de rekening al naar je tafel komen brengen voordat je de laatste hap van het eten hebt genomen. In één huisje waar we logeerden bleven de gastheren zelfs het gehele ontbijt naast ons staan kijken hoe we alles opaten. En maar doorpraten in hun eigen taal, vermoedelijk over onze eetgewoonten. Zó ongemakkelijk!



Unawatuna: terug naar de zon
Onze laatste stop in Sri Lanka was Unawatuna. Heerlijk om weer terug te keren naar de warmte en de zon, ook al was een fikse taxirit (circa 5 uur vanaf Nuara Eliya). Meteen na aankomst doken we in de wilde zee. De hoogte en hevigheid van de golven was ons op het lijf geschreven. We beleefden een paar mooie dagen aan het strand en aten heerlijk bij restaurant The Kingfisher.







Fortmuren en vliegers
Tussen al het strandgeweld maakten we een uitstapje naar het koloniestadje Galle. We wandelden over de fortmuren, we koelden af op een afgelegen dakterras boven een kunstwinkel en we aanschouwden de tientallen vliegers die de jeugd van Galle oplieten aan het eind van de zondagmiddag. En zo kwam een eind aan onze reis door Sri Lanka.



Malediven als toetje
Echter, we hadden nog een toetje tegoed. Nu we toch in de buurt waren, hadden we besloten nog vier dagen naar de Malediven te gaan. Een schot in de roos. Parelwitte stranden, azuurblauwe zee, helder water, hoge palmbomen, gezellige duikscholen. Samen met onze zoons maakten we enkele memorabele diepzeeduiken waarbij we een murenes, schildpadden, haaien, roggen en een Napoleonvis tegenkwamen. Milo leerde beter zijn duikbril 'klaren'. Vincent wist door wat extra duikervaring zijn lood- en luchtgebruik naar beneden te schroeven.

Tijdens de zonsondergang op de Malediven hadden we veel lol met het maken van gekke foto's. Dit jaar was het thema 'hongerige reuzen'.





Sprong in het diepe
Op onze allerlaatste dag deden een snorkeltrip. De kapitein vroeg vooraf: "Zijn er beginners op de boot?" Al gauw bleek dat hij hiermee niet simpelweg doelde op mensen die nooit eerder gesnorkeld hadden, maar mensen die nooit eerder gezwommen hadden. Er waren inderdaad kinderen aan boord, dus we verwachtten wel dat er enkele handen omhoog zouden gaan. Maar toen bleek dat ruim de helft van de volwassenen op de boot niet kon zwemmen. Het waren voornamelijk Aziaten die zonder enige zwem-ervaring de sprong in de diepe oceaan gingen wagen. Heldhaftig, maar op een of andere manier ook krankzinnig! Moet je je voorstellen dat je nog nooit in een pierenbadje hebt gezeten of een zwemles hebt gehad… en dat je vervolgens in het zoute water van de diepste oceaan op zoek gaat naar zeedieren… Bizar toch!



Hoe dan ook, we gingen dapper op pad. Ons gezin snorkelde relaxt rond en spotte mooie clownfish (Nemo), schilpadden, ja zelfs mantaroggen (helaas op afstand). Op het zelfde moment hadden enkele medewerkers van de reisorganisatie de taak om de Aziaten van zeebeest naar zeebeest mee te slepen aan hun reddingsvest. Het was komisch om te zien, vooral omdat één Maleisische man steeds zijn duikbril afzette als hij in het water was. De arme man had continu zijn ogen, neus en mond vol zout water. En die organisatoren van de trip maar roepen: "Put on your mask!"



Schildpad in de regen
Het spannendste deel van de snorkelreis hadden ze voor het laatst bewaard. Het was begonnen met regenen en de zee werd ruiger, maar pal naast de boot stak een fraaie turtle zijn kop boven het water uit. De kapitein gooide zijn anker uit en we gingen van boord. Na een korte zwemtocht hadden we de schildpad gevonden. Wat een prachtig dier.



Vincent besloot na een tijdje terug te zwemmen naar de boot. Niet alleen de regen, maar ook de (tegen)stroming en de golfslag waren toegenomen. Dat was een pittige terugweg, dus. Aangekomen bij de boot trof Vincent drie Aziaten in het woeste water nabij de boot. Evenveel medewerkers van de snorkelcruise waren naarstig bezig om deze lijvige mensen terug de boot in te sleuren. Het was een absurd gezicht. Ook de man zonder masker was van de partij. Gelukkig konden de Maleisiërs zelf ook hartelijk lachen om de waanzinnige situatie, ze stonden elkaar zelfs hardop lachend te filmen tijdens de weinig charmante reddingsacties.

De laatste groep zwemmers, onder wie Viola en Reza, zouden we gaan ophalen met de boot. Zodoende hoefden zij niet het hele eind terug te zwemmen. Aangekomen aan boord, vertelde Reza: "We moesten allemaal elkaars handen vasthouden, zodat we elkaar niet kwijtraakten. Maar ik snapte niet waarom die Aziatische meneer zo hard in mijn hand kneep." We legden hem uit dat de beste man waarschijnlijk doodsbang was omdat hij nooit had leren zwemmen. Daar kon Reza zich wel iets bij voorstellen, antwoordde hij lachend. Het was een bijzonder einde van een superfijne reis.