Een busreis in Ecuador is een belevenis. De bus ziet er uit als een fout jaren '70-decor, kitscherig en vrolijk. Bij elke halte stappen verkopers de bus in met kranten, kauwgomballen, chips, fruit, kipspiesjes en ijs.
Ze prijzen hun koopwaar aan, delen de spullen snel uit en nemen het muntgeld in ontvangst. Terwijl de chauffeur gas geeft en wegrijdt, springen de kleine zelfstandigen vakkundig de bus weer uit, op weg naar de volgende verkoopkans.
Ter vermaak zijn op een groot beeldscherm voorin de bus speelfilms te zien. Stiekem hoopten we op een leuke Disney-klassieker voor de kids… Maar we kregen op de heenreis naar Otavalo een depressieve vechtfilm voor 16 jaar en ouder voorgeschoteld.
Reza konden we gelukkig op de terugreis (Jeepers Creepers 2, foute horror) afleiden met de Gameboy die hij onlangs van zijn grote neven had gekregen.
En zo keihard als de filmkeus is, zo braaf en onschuldig is de muziek die je overal op de achtergrond hoort. Of het nu bij een winkel is, in een restaurant of op de markt, het muzikaal behang is vrijwel altijd aanwezig. De ballades van Elvis Presley op een panfluit, een symfonische medley van de Beatles, ja zelfs de Stevie Wonder-draak 'I just called to say I love you' kwam langs in een klassiek jasje.
Toen we in Quito aan een heerlijk diner zaten, kromden onze tenen bij het horen van wanstaltige harpklanken. Wat een verschrikking, dat eeuwige gepingel en zogenaamd romantisch gezwijmel. Maar na drie 'liedjes' klonk er ineens applaus. Nee toch? Het was live! Er stond daadwerkelijk een oude kerel aan een levensgrote harp te plukken. Nou, dat leidde tot een reeks flauwe woordgrappen, waarbij 'harp-ritmestoornis' als minst slechte uit de bus kwam.
We hebben de goede man geen fooi gegeven voor zijn muzak. En we koesteren de momenten dat we in een taxi zitten, want dan staat de radio aan en hoor je hoe heerlijk de popmuziek van Zuid-Amerika werkelijk is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten