Charles Darwin ontdekte op de Galagapos-eilanden enkele belangrijke puzzelstukjes om zijn evolutietheorie compleet te maken. Immers, hij trof op deze lava-landjes diersoorten die zich als geen ander aan hun omgeving hadden aangepast. Zoals de enige hagedis ter wereld die kan zwemmen en reusachtige schildpadden met extreem lange nekken.
Wij wilden ook graag van die ene verbazing in die andere vallen. Bovendien hoorden we van iedereen dat de dieren in de Galagapos-archipel absoluut niet mensenschuw waren. Sterker nog: ze zien onze aanwezigheid eerder als fijn bezoek dan als overlast. En dat is heus waar. Viola en Reza hebben vlak naast een turtle liggen snorkelen. Pelikanen en 'boobies' vlogen laag over ons heen.
De zeeleeuwen hupten en zwommen vrolijk naar ons toe. Haaien cirkelden rustig rond de boot. Zelfs de vliegen bleven veel langer op je arm zitten dan in Nederland. We moesten vaak wel drie keer slaan voordat zo'n vlieg ook maar een kik gaf.
De zee-iguana's vonden we eigenlijk maar lelijke schepsels, het lijken wel Middeleeuwse beulen met zwart-witte maskers. Toen deze lizards voor onze ogen de oceaan in liepen en wegzwommen, keken we inderdaad wel even raar op.
Galapagos is de enige plek ter wereld waar deze diersoort leeft. Maar uitsterven ho maar… De iguana's hebben geen enkele natuurlijke vijand. En dus zijn deze gemaskerde makkers met z'n tienduizenden. Op sommige eilandjes struikelden we dus letterlijk over de hagedissen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten