We hebben onze maand in Maleisisch Borneo samengevat in vier video's:
Op bezoek bij de orang oetans in natuurreservaat Semenggoh
Neusapen en vleermuizen in de natuurparken Bako en Mulu
Junglecruise over de Kinabantangrivier met apen en olifanten
Ook in deze video: Sepilok, de opvang voor jonge orang oetans
Lankayan: het loslaten van baby-turtles in de oceaan en de eerste stormachtige duiklessen van onze zoons
Lees ook onze (tekst)blogs over deze reis door Borneo:
http://vincentenviola.blogspot.nl
** reizen ** kids ** natuur ** cultuur ** muziek ** theater ** kunst ** gedichten ** humor ** liefde **
19 augustus 2016
18 augustus 2016
Lankayan: de superlatieven zijn op
Reisverslag Borneo, Maleisië deel 7
De laatste dagen van onze Maleisië-trip beleefden we op het eilandje Lankayan, anderhalf uur varen van de kust van Borneo. Een luxe oord waar elk huisje, elke maaltijd, het strand, de duikfaciliteiten, de service vijf sterren verdient.
Omdat we de superlatieven 'paradijs', 'prachtig', 'schitterend', 'fenomenaal', 'geweldig' et cetera allemaal al eerder in onze verslagen hebben gebruikt, kunnen we Lankayan wellicht het best omschrijven als 'een dikke tien'. Alles was in feite perfect.
Nestelende en uitzwemmende turtles
Het eiland heeft een eigen schildpaddenprogramma, zodat je getuige kunt zijn van het nestelen van moeder-turtles en het uitzwemmen van baby's. In de paar dagen dat we er waren, hebben we beide natuurwonderen zien gebeuren. Reza mocht zelfs de blauwe emmer vol schattige jonkies voorzichtig omkeren op het strand. De vrijgelaten baby's renden voor hun leven naar hun nieuwe thuis: de oceaan.
Ook zwommen er zeer regelmatig volwassen reuzenschildpadden langs op slechts enkele meters afstand. Wauw! In de nacht zagen we verschillende mama's de kust op kruipen om hun kroost veilig te stellen. De turtle graaft een diepe kuil, legt en begraaft haar eitjes en vertrekt weer de zee in.
Het enige minpuntje aan de turtle experience was een ergerlijke familie Italianen. Deze natuurbarbaren presteerde het om hard kletsend en zelfs sigaretten rokend voor moeder schildpad te gaan staan, terwijl zij haar eieren aan het begraven was. Met hun wangedrag haalden zij ons het bloed onder de nagels vandaan…
Bekijk het filmpje van de schattige baby-turtles:
Sprong in het diepe
Duiken kun je natuurlijk ook schitterend op Lankayan, en dat hebben we dan ook gedaan. Niet alleen papa en mama gingen te water, ook Reza (11) en Milo (8) kregen hun allereerste duikles. Ze waren dolenthousiast over de bubbels, de stoere apparatuur en de Nemo-visjes. Reza mocht in de middag zelfs een duik naar 12 meter maken met papa en mama en de instructeur. Een nieuw tijdperk brak aan: samen duiken… Na de duikles sprongen de jongens nog urenlang van ganser harte van de hoogste steiger van de duiklocatie af. De duikinstructeurs zullen het gegil en de spetterende bommetjes van onze waterratten nog lang heugen.
Lankayan was de afsluiter van de mooiste reis die we ooit als gezin hebben gemaakt. Of zoals Milo en Reza het vaak treffend verwoorden: 'De mooiste dag van mijn leven… tot nu toe!' Het was de tiende verre reis die Viola en Vincent samen maakten, en daar hebben we op geproost. Een geniale trip, op naar de volgende!
Binnenkort zetten we een kort filmverslag in vier delen op de site.
Meer blogs lezen? Check vincentenviola.blogspot.nl.
De laatste dagen van onze Maleisië-trip beleefden we op het eilandje Lankayan, anderhalf uur varen van de kust van Borneo. Een luxe oord waar elk huisje, elke maaltijd, het strand, de duikfaciliteiten, de service vijf sterren verdient.
Omdat we de superlatieven 'paradijs', 'prachtig', 'schitterend', 'fenomenaal', 'geweldig' et cetera allemaal al eerder in onze verslagen hebben gebruikt, kunnen we Lankayan wellicht het best omschrijven als 'een dikke tien'. Alles was in feite perfect.
Nestelende en uitzwemmende turtles
Het eiland heeft een eigen schildpaddenprogramma, zodat je getuige kunt zijn van het nestelen van moeder-turtles en het uitzwemmen van baby's. In de paar dagen dat we er waren, hebben we beide natuurwonderen zien gebeuren. Reza mocht zelfs de blauwe emmer vol schattige jonkies voorzichtig omkeren op het strand. De vrijgelaten baby's renden voor hun leven naar hun nieuwe thuis: de oceaan.
Ook zwommen er zeer regelmatig volwassen reuzenschildpadden langs op slechts enkele meters afstand. Wauw! In de nacht zagen we verschillende mama's de kust op kruipen om hun kroost veilig te stellen. De turtle graaft een diepe kuil, legt en begraaft haar eitjes en vertrekt weer de zee in.
Het enige minpuntje aan de turtle experience was een ergerlijke familie Italianen. Deze natuurbarbaren presteerde het om hard kletsend en zelfs sigaretten rokend voor moeder schildpad te gaan staan, terwijl zij haar eieren aan het begraven was. Met hun wangedrag haalden zij ons het bloed onder de nagels vandaan…
Bekijk het filmpje van de schattige baby-turtles:
Sprong in het diepe
Duiken kun je natuurlijk ook schitterend op Lankayan, en dat hebben we dan ook gedaan. Niet alleen papa en mama gingen te water, ook Reza (11) en Milo (8) kregen hun allereerste duikles. Ze waren dolenthousiast over de bubbels, de stoere apparatuur en de Nemo-visjes. Reza mocht in de middag zelfs een duik naar 12 meter maken met papa en mama en de instructeur. Een nieuw tijdperk brak aan: samen duiken… Na de duikles sprongen de jongens nog urenlang van ganser harte van de hoogste steiger van de duiklocatie af. De duikinstructeurs zullen het gegil en de spetterende bommetjes van onze waterratten nog lang heugen.
Lankayan was de afsluiter van de mooiste reis die we ooit als gezin hebben gemaakt. Of zoals Milo en Reza het vaak treffend verwoorden: 'De mooiste dag van mijn leven… tot nu toe!' Het was de tiende verre reis die Viola en Vincent samen maakten, en daar hebben we op geproost. Een geniale trip, op naar de volgende!
Binnenkort zetten we een kort filmverslag in vier delen op de site.
Meer blogs lezen? Check vincentenviola.blogspot.nl.
Labels:
Borneo,
duiken,
kids,
kinderen,
lankayan,
maleisië,
reisblog,
reisverslag,
schilpadden,
turtles
14 augustus 2016
Speeltuin voor apen, oevers vol leven
Reisverslag Borneo, Maleisië deel 6
In natuurpark Sepilok huist een heus kinderdagverblijf voor mensapen. Jonge orang oetans krijgen hier slingerles, mogen los op klimrekken en leren het verschil tussen stoeien en vechten. Wat een genot om de speelse primaatjes te zien koppeltjeduikelen en stuntelen!
Voor de rest lijkt Sepilok veel op Semenggoh, waar we eerder waren. Ook hier kun je het (bij)voederen van de beesten bezichtigen vanaf een publieke tribune vol toeristen en fotografen. En ook hier was dat weer bijzonder om te zien…
Sunbears: van zielig naar zonnig
Aan de overkant van Sepilok is een opvangcentrum voor sunbears. Deze bruine beren van anderhalve meter hoog, worden met uitsterven bedreigd. Daarom verzamelt dit instituut beren die in gevangenschap leefden, verwaarloosd werden of om andere redenen zichzelf niet konden redden. Men verzorgt en voert de beesten, laat hen los in dit natuurgebied en observeert hun gedrag. Zo gaat beetje bij beetje toch de zon weer schijnen voor deze beertjes.
Luie bootsafari
Aan de oevers van de Kinabantang-rivier leven honderden zoogdieren, reptielen, vogels en insecten. Om een glimp van hen op te vangen, kun je het best een bootsafari boeken. Wij voeren vijf keer uit om de natuurpracht van dichtbij te zien. Luie jungletochten, zo u wil. Niet vermoeiend, wel doeltreffend.
De neusapen zagen we dit keer op hun meest acrobatisch: ze sprongen meters naar beneden en van boom naar boom. Sierlijke neushoornvogels (hornbills), witte en paarse reigers, een ijsvogel en een jagende zeearend vlogen ons voorbij. Van veraf konden we zelfs verschillende orang oetans met baby's spotten in de boomtoppen. 's Avonds troffen we honderden vuurvliegjes aan, die een boom oplichtten alsof het Kerstmis was.
Olifanten en bliksemgeweld
Onze laatste boottour zal in ons geheugen gegrift blijven staan. Allereerst omdat we een kudde pygmeeolifanten tegenkwamen. Deze kleinste olifantensoort ter wereld leeft alleen hier op Borneo en houdt zich veelal schuil in de bossen. Maar deze expeditie was vooral onvergetelijk vanwege de storm waarin we terechtkwamen op de terugweg.
Bij de eerste regendruppels zaten we nog juichend in de boot: eindelijk verfrissing! Die jolige sfeer sloeg snel om. Al gauw werd de hemel aardedonker, de regen begon op hagel te lijken en een onstuimig onweer barstte los. Bliksem en donder volgden elkaar pijlsnel op. We kwamen gelukkig heelhuids aan en renden de steiger van onze lodge op. Aangekomen bij ons huisje, bleek er een boom getroffen door de bliksem en vlak voor onze deur neergevallen. Na wat snoeiwerk konden we ons stulpje betreden. Een super-spannend einde van onze laatste jungletocht in Maleisië.
Van lodge naar hotel
We verbleven eerst in de Abai Jungle Lodge, een prima plek midden in het mangrovebos, voorzien van brede houten loopbruggen en aangekleed met fraaie bloemenhagen en een huisvaraan. Onze tweede nacht sliepen we in Sukau, in de Kinabantang Riverside Lodge, net zo gastvrij, even bloemrijk. Voor beide locaties geldt helaas dat de klamme hitte er nauwelijks te harden is. En dan heb je nog die meedogenloze muggen die hun schouders ophalen voor allerhande anti-muskieten-spray en steevast blijven steken. Grrr… Hoe schitterend alle boottochten ook waren, het bleef toch afzien. Al krabbend en petsend vonden wij het dus geen probleem om voor de volgende nacht in te checken bij het luxe Sabah Hotel. Deze terugkeer naar airco, zwembad en wifi was vooral ook voor onze zoontjes een verademing…
Lees ook onze vorige blogs over Borneo
In natuurpark Sepilok huist een heus kinderdagverblijf voor mensapen. Jonge orang oetans krijgen hier slingerles, mogen los op klimrekken en leren het verschil tussen stoeien en vechten. Wat een genot om de speelse primaatjes te zien koppeltjeduikelen en stuntelen!
Voor de rest lijkt Sepilok veel op Semenggoh, waar we eerder waren. Ook hier kun je het (bij)voederen van de beesten bezichtigen vanaf een publieke tribune vol toeristen en fotografen. En ook hier was dat weer bijzonder om te zien…
Sunbears: van zielig naar zonnig
Aan de overkant van Sepilok is een opvangcentrum voor sunbears. Deze bruine beren van anderhalve meter hoog, worden met uitsterven bedreigd. Daarom verzamelt dit instituut beren die in gevangenschap leefden, verwaarloosd werden of om andere redenen zichzelf niet konden redden. Men verzorgt en voert de beesten, laat hen los in dit natuurgebied en observeert hun gedrag. Zo gaat beetje bij beetje toch de zon weer schijnen voor deze beertjes.
Luie bootsafari
Aan de oevers van de Kinabantang-rivier leven honderden zoogdieren, reptielen, vogels en insecten. Om een glimp van hen op te vangen, kun je het best een bootsafari boeken. Wij voeren vijf keer uit om de natuurpracht van dichtbij te zien. Luie jungletochten, zo u wil. Niet vermoeiend, wel doeltreffend.
De neusapen zagen we dit keer op hun meest acrobatisch: ze sprongen meters naar beneden en van boom naar boom. Sierlijke neushoornvogels (hornbills), witte en paarse reigers, een ijsvogel en een jagende zeearend vlogen ons voorbij. Van veraf konden we zelfs verschillende orang oetans met baby's spotten in de boomtoppen. 's Avonds troffen we honderden vuurvliegjes aan, die een boom oplichtten alsof het Kerstmis was.
Olifanten en bliksemgeweld
Onze laatste boottour zal in ons geheugen gegrift blijven staan. Allereerst omdat we een kudde pygmeeolifanten tegenkwamen. Deze kleinste olifantensoort ter wereld leeft alleen hier op Borneo en houdt zich veelal schuil in de bossen. Maar deze expeditie was vooral onvergetelijk vanwege de storm waarin we terechtkwamen op de terugweg.
Bij de eerste regendruppels zaten we nog juichend in de boot: eindelijk verfrissing! Die jolige sfeer sloeg snel om. Al gauw werd de hemel aardedonker, de regen begon op hagel te lijken en een onstuimig onweer barstte los. Bliksem en donder volgden elkaar pijlsnel op. We kwamen gelukkig heelhuids aan en renden de steiger van onze lodge op. Aangekomen bij ons huisje, bleek er een boom getroffen door de bliksem en vlak voor onze deur neergevallen. Na wat snoeiwerk konden we ons stulpje betreden. Een super-spannend einde van onze laatste jungletocht in Maleisië.
Van lodge naar hotel
We verbleven eerst in de Abai Jungle Lodge, een prima plek midden in het mangrovebos, voorzien van brede houten loopbruggen en aangekleed met fraaie bloemenhagen en een huisvaraan. Onze tweede nacht sliepen we in Sukau, in de Kinabantang Riverside Lodge, net zo gastvrij, even bloemrijk. Voor beide locaties geldt helaas dat de klamme hitte er nauwelijks te harden is. En dan heb je nog die meedogenloze muggen die hun schouders ophalen voor allerhande anti-muskieten-spray en steevast blijven steken. Grrr… Hoe schitterend alle boottochten ook waren, het bleef toch afzien. Al krabbend en petsend vonden wij het dus geen probleem om voor de volgende nacht in te checken bij het luxe Sabah Hotel. Deze terugkeer naar airco, zwembad en wifi was vooral ook voor onze zoontjes een verademing…
Lees ook onze vorige blogs over Borneo
Labels:
Borneo,
hornbill,
jungle,
jungletocht,
kids,
kinabantang,
kinabantangrivier,
kinderen,
maleisië,
neusapen,
olifanten,
orang oetans,
reisblog,
reisverslag,
riviercruise,
sepilok,
sunbears,
travel
11 augustus 2016
Batcaves, bloedzuigers en opblaasbeesten
Reisverslag Borneo, Maleisië, deel 5
Mulu is een uitgestrekt groen natuurgebied op Borneo. De meest populaire bezienswaardigheden zijn voor veel toeristen echter niet de bomen, struiken en dieren, maar een stel gigantische grotten van kalksteen: stalagmiet hier, stalactiet daar.
Wij bekeken achtereenvolgens Lang Cave, Deer Cave, Wind Cave en Clearwater Cave. Die laatste is vooral leuk omdat hij een Batcave-achtige opening aan de bovenkant heeft en omdat je ernaast heerlijk kan dompelen in fris natuurwater.
Miljoenen vleermuizen in formatie
De grootste indruk maakte de Deer Cave. Binnen is het goed uitkijken: maak je een misstap, dan is de kans groot dat je in een metershoge berg van ammoniak-achtige 'bat shit' valt. Maar de ware publiekstrekker is te zien vanaf de buitenkant: bijna dagelijks vliegen hier miljoenen kleine vleermuizen in formatie naar buiten. De gevleugelde vrienden fladderen in de vorm van een kronkelende slang, om hun grootste vijand, de havik, te slim af te zijn. Geweldig om dit fenomeen te zien!
Bekijk de video met hoogtepunten van onze bezoeken aan Bako en Mulu:
In de bruisende kuststad Kota Kinabalu wandelden we over de drukke avondmarkt vol fruit, vis, vlees en specerijen. We aten de eerste avond in de kakafonie van een enorme food court. Daar kun je in flinke aquaria de levende vissen aanwijzen die je tien minuten later gebakken of gefrituurd op je bord wil zien liggen. Smullen!
Onze verblijfplaats in KK was een vijfsterrenhotel met een perfecte bootverbinding naar idyllische eilandjes. We lieten de jongens kiezen wat zij die twee dagen wilden doen, maar zij verkozen het mega-zwembad bij het resort boven 'zon, zee en strand'. No problemo, het is net zo goed hun vakantie als de onze.
Flamingo van 1,5 meter
In het zwembad troffen we een trend aan die nieuw is voor ons: volwassen mensen die zich op absurd grote opblaasfiguren laten rondtrekken in het water. Er waren flamingo's en eenhoorns bij van anderhalve meter hoog! Voor 5 ringgit (1,35 euro) was een badmeester zo vriendelijk om ze machinaal op te blazen. We vielen een beetje uit de toon met onze eenvoudige opblaaskrokodil, maar hadden alsnog de grootste lol.
Jungletocht in lange sokken
Een gids liet ons de sawahs (rijstvelden) rond KK zien en nam ons vervolgens mee op een korte maar heftige jungletocht. We trokken lange sokken aan, als wapen tegen de vele bloedzuigers die hier kropen. We slopen over takken, bemoste stenen en boomwortels naar een watervalletje. Later die dag mochten we badderen in een stevig stromende rivier. Heerlijk verfrissend!
Wordt vervolgd...
Lees onze vorige reisblogs over Borneo.
Mulu is een uitgestrekt groen natuurgebied op Borneo. De meest populaire bezienswaardigheden zijn voor veel toeristen echter niet de bomen, struiken en dieren, maar een stel gigantische grotten van kalksteen: stalagmiet hier, stalactiet daar.
Wij bekeken achtereenvolgens Lang Cave, Deer Cave, Wind Cave en Clearwater Cave. Die laatste is vooral leuk omdat hij een Batcave-achtige opening aan de bovenkant heeft en omdat je ernaast heerlijk kan dompelen in fris natuurwater.
Miljoenen vleermuizen in formatie
De grootste indruk maakte de Deer Cave. Binnen is het goed uitkijken: maak je een misstap, dan is de kans groot dat je in een metershoge berg van ammoniak-achtige 'bat shit' valt. Maar de ware publiekstrekker is te zien vanaf de buitenkant: bijna dagelijks vliegen hier miljoenen kleine vleermuizen in formatie naar buiten. De gevleugelde vrienden fladderen in de vorm van een kronkelende slang, om hun grootste vijand, de havik, te slim af te zijn. Geweldig om dit fenomeen te zien!
Bekijk de video met hoogtepunten van onze bezoeken aan Bako en Mulu:
In de bruisende kuststad Kota Kinabalu wandelden we over de drukke avondmarkt vol fruit, vis, vlees en specerijen. We aten de eerste avond in de kakafonie van een enorme food court. Daar kun je in flinke aquaria de levende vissen aanwijzen die je tien minuten later gebakken of gefrituurd op je bord wil zien liggen. Smullen!
Onze verblijfplaats in KK was een vijfsterrenhotel met een perfecte bootverbinding naar idyllische eilandjes. We lieten de jongens kiezen wat zij die twee dagen wilden doen, maar zij verkozen het mega-zwembad bij het resort boven 'zon, zee en strand'. No problemo, het is net zo goed hun vakantie als de onze.
Flamingo van 1,5 meter
In het zwembad troffen we een trend aan die nieuw is voor ons: volwassen mensen die zich op absurd grote opblaasfiguren laten rondtrekken in het water. Er waren flamingo's en eenhoorns bij van anderhalve meter hoog! Voor 5 ringgit (1,35 euro) was een badmeester zo vriendelijk om ze machinaal op te blazen. We vielen een beetje uit de toon met onze eenvoudige opblaaskrokodil, maar hadden alsnog de grootste lol.
Jungletocht in lange sokken
Een gids liet ons de sawahs (rijstvelden) rond KK zien en nam ons vervolgens mee op een korte maar heftige jungletocht. We trokken lange sokken aan, als wapen tegen de vele bloedzuigers die hier kropen. We slopen over takken, bemoste stenen en boomwortels naar een watervalletje. Later die dag mochten we badderen in een stevig stromende rivier. Heerlijk verfrissend!
Wordt vervolgd...
Lees onze vorige reisblogs over Borneo.
Labels:
bats,
bloedzuigers,
Borneo,
deer cave,
grotten,
jungle,
kota kinabalu,
maleisië,
mulu,
vleermuizen
4 augustus 2016
Bako: magisch mooi regenwoud aan zee
Reisverslag Borneo, Maleisië, deel 4
Bako National Park is het oudste beschermde natuurgebied van Maleisië, een oerwoud pal aan zee waar je alleen kunt komen met de boot. De dichte mangrove-jungle is de perfecte verstopplek voor alle dieren en dus een regelrechte hit bij oplettende natuurliefhebbers.
Bij aankomst zagen we al gauw dat bijna alle schelpjes op het strand bewogen: talloze hermietkreeftjes hadden er hun mobiele huizen van gemaakt. Onze gids had een scherp oog voor verborgen beesten. Hij wees ons moeiteloos verschillende apen aan, een giftige groene slang en een vliegende lemuur. Ook zagen we wilde zwijnen, hagedissen, vlinders en vleermuizen, zelfs vleesetende planten!
Snoepende neusaap
De legendarisch lelijke neusapen hielden zich aan het eind van de middag nog schuil in de boomtoppen, maar toen het zeewater zakte, kwamen ook zij naar beneden. Aan hert strand staan de bomen waar zij graag blaadjes en bloempjes uit snoepen. De legers toeristen die hen stonden te filmen en fotograferen, leken de apen nauwelijks te deren. Mooi om te zien hoe deze beesten met volle kracht van tak naar tak springen. Volgens de gids heeft een onderzoeker ooit vastgelegd dat de neusaap nauwelijks angst kent: hij durft van 20 tot 30 meter hoogte naar beneden te springen naar een andere boom(tak).
Kronkelwegen, houten trapjes en slecht begaanbare paden zorgden ervoor dat we 45 minuten nodig hadden om 800 meter af te leggen. Natuurlijk moesten we ons wandeltempo ook aanpassen vanwege de vochtige hitte. Het zweet stroomde met dezelfde snelheid uit onze poriën als waarmee we water in onze mond goten.
Walhalla
Maar wat een tovermooie tocht was het! We liepen de ene na de andere ansichtkaart binnen. Prachtige uitzichten, oeroude bomen die alle kanten opgroeiden, felgekleurde planten en paddenstoelen. Na al dat fraais bereikten we uiteindelijk het walhalla: een verlaten strand met enorme rotspartijen, lekkere golven en wederom zo'n uitzicht waar je 'National Geographic' tegen zegt. We spetterden in de zee en de tijd stond even stil. Ultiem geluk? Check.
Die avond trakteerde Moeder Natuur op een van de hardste regenbuien die we ooit gehoord hebben. Het regenwoud deed zijn naam eer aan. De druppels kletterden urenlang op de golfplaten-daken van ons verblijf. En met het ritme van de regen als soundtrack, vielen we langzaam maar zeker in slaap.
Het moet gezegd: al deze pracht had ook een kleine keerzijde. De accommodatie op Bako is zeer basaal: we sliepen in een kale barak zonder airco, waar niet eens een haakje of plank aan de muur zat waar we onze (natte) kleren kwijt konden. Niet alleen daarom, maar ook vanwege de vele muggen die ons lek prikten, besloten we een nachtje minder lang te blijven dan vooraf gepland… en konden we in Kuching een nachtje extra chillen in de presidentiële suite. Niettemin vonden we Bako een onvergetelijke ervaring.
Wordt vervolgd...
Lees ook de vorige verslagen over onze Borneo-reis:
Perhentiaans paradijs
Motorboot door de mangrove
Mens ontmoet aap
Bako National Park is het oudste beschermde natuurgebied van Maleisië, een oerwoud pal aan zee waar je alleen kunt komen met de boot. De dichte mangrove-jungle is de perfecte verstopplek voor alle dieren en dus een regelrechte hit bij oplettende natuurliefhebbers.
Bij aankomst zagen we al gauw dat bijna alle schelpjes op het strand bewogen: talloze hermietkreeftjes hadden er hun mobiele huizen van gemaakt. Onze gids had een scherp oog voor verborgen beesten. Hij wees ons moeiteloos verschillende apen aan, een giftige groene slang en een vliegende lemuur. Ook zagen we wilde zwijnen, hagedissen, vlinders en vleermuizen, zelfs vleesetende planten!
Snoepende neusaap
De legendarisch lelijke neusapen hielden zich aan het eind van de middag nog schuil in de boomtoppen, maar toen het zeewater zakte, kwamen ook zij naar beneden. Aan hert strand staan de bomen waar zij graag blaadjes en bloempjes uit snoepen. De legers toeristen die hen stonden te filmen en fotograferen, leken de apen nauwelijks te deren. Mooi om te zien hoe deze beesten met volle kracht van tak naar tak springen. Volgens de gids heeft een onderzoeker ooit vastgelegd dat de neusaap nauwelijks angst kent: hij durft van 20 tot 30 meter hoogte naar beneden te springen naar een andere boom(tak).
Kronkelwegen, houten trapjes en slecht begaanbare paden zorgden ervoor dat we 45 minuten nodig hadden om 800 meter af te leggen. Natuurlijk moesten we ons wandeltempo ook aanpassen vanwege de vochtige hitte. Het zweet stroomde met dezelfde snelheid uit onze poriën als waarmee we water in onze mond goten.
Walhalla
Maar wat een tovermooie tocht was het! We liepen de ene na de andere ansichtkaart binnen. Prachtige uitzichten, oeroude bomen die alle kanten opgroeiden, felgekleurde planten en paddenstoelen. Na al dat fraais bereikten we uiteindelijk het walhalla: een verlaten strand met enorme rotspartijen, lekkere golven en wederom zo'n uitzicht waar je 'National Geographic' tegen zegt. We spetterden in de zee en de tijd stond even stil. Ultiem geluk? Check.
Die avond trakteerde Moeder Natuur op een van de hardste regenbuien die we ooit gehoord hebben. Het regenwoud deed zijn naam eer aan. De druppels kletterden urenlang op de golfplaten-daken van ons verblijf. En met het ritme van de regen als soundtrack, vielen we langzaam maar zeker in slaap.
Het moet gezegd: al deze pracht had ook een kleine keerzijde. De accommodatie op Bako is zeer basaal: we sliepen in een kale barak zonder airco, waar niet eens een haakje of plank aan de muur zat waar we onze (natte) kleren kwijt konden. Niet alleen daarom, maar ook vanwege de vele muggen die ons lek prikten, besloten we een nachtje minder lang te blijven dan vooraf gepland… en konden we in Kuching een nachtje extra chillen in de presidentiële suite. Niettemin vonden we Bako een onvergetelijke ervaring.
Wordt vervolgd...
Lees ook de vorige verslagen over onze Borneo-reis:
Perhentiaans paradijs
Motorboot door de mangrove
Mens ontmoet aap
Labels:
bako,
Borneo,
maleisië,
neusapen,
orang oetans,
reisblog,
reisverslag,
semenggoh
2 augustus 2016
Mens ontmoet aap
Reisverslag Borneo, Maleisië deel 3
Semenggoh, Sarawak. Dat is de plek die je nooit mag overslaan als je op Borneo bent. In dit reservaat kun je een groep machtige orang oetans in het wild zien. Wij hadden het geluk dat er vier apen zin in fruit hadden op het moment dat wij het park binnenstapten. Drie volwassen beesten en een driejarige zoon.
Schitterend om te zien hoe zo'n kleintje speels door de bomen klautert en van tak naar tak zwaait. Vader aap beweegt met zijn 90 kilo een stuk minder elegant, maar ook hij laat acrobatische toeren zien op zijn pad richting de tros bananen.
Samen met een honderdtal fotograferende toeristen stonden we met open mond te kijken naar deze scene die je normaal alleen op tv ziet met de stem van David Attenborough eronder. Een absoluut hoogtepunt van onze jungle-reis tot nu toe. Ook onze jongens vonden het magisch, maar hadden het na een half uur wel gezien. 'Papa, hoe lang ga je nou nog staan kijken naar die aap?', aldus Reza van 11.
Op bezoek bij de koppensnellers
Een offerplaats vol schedels van afgehakte hoofden. Dat was het lugubere hoogtepunt van ons bezoek aan het longhouse Annah Rais, een primitieve woonwijk op houten palen. Daar woont de Bidayuh-tribe, die afstamt van de legendarische koppensnellers. Hun voorouders verdedigden hun akkers met hand en tand. Vijandige stammen die het waagden hun land (en dus voedselvoorziening) in te pikken, konden rekenen op een afslachting. Als ritueel werd na de moord het hoofd van het lichaam gehakt en als trofee bewaard. Dieven maakten zij dus letterlijk 'een kopje kleiner'.
De rollen binnen de stam waren strak verdeeld: een goed Bidayuh-man beheerste destijds de kunst van het jagen, een goede Bidayuh-vrouw moest goed kunnen koken en weven. Dat laatste was niet alleen om de krijgers van kleding te voorzien, maar ook om de rotan-vloermatten van het longhouse in elkaar te vlechten. Tegenwoordig wonen er circa 150 gezinnen in deze woongemeenschap. Vaak leven er drie generaties onder één dak, in een kamer van 6x6 meter. Reza en Milo beseften die middag op Borneo dat ze van geluk mogen spreken dat hun wiegje gewoon in een rijtjeshuis in Utrecht stond.
Logeerpartij in het oerwoud
Toen we de Permai Rainforest Lodge in Damai binnenreden, wisten we meteen dat ons verblijf daar iets anders zou worden dan de doorsnee hotelnacht. Ons huisje stond midden in de jungle, waar krekels, vogels, apen en gekko's zich regelmatig laten horen (en soms laten zien). Spannend als je na het diner naar je hut moet lopen met een zaklamp!
We zwommen in een heerlijk koele 'jungle pool' vol water rechtstreeks uit de waterval, we snorkelden in de Zuid-Chinese Zee, we wandelden door de wildernis als heuse vogelaars. Ook heeft Permai een 'klimbos' waar men op hoge touwen het oerwoud van boven kan bekijken. Die uitdaging bleek iets te adembenemend voor de jongens, dus die sloegen we fijntjes over.
Wel bezochten we het Sarawak Cultural Village, een groot openluchtmuseum dat de woon- en leefgewoontes van de verschillende culturen in Maleisië tentoonspreidt. Van muziek en dans tot blaaspijp-schieten en tattoos, van religie en bijgeloof tot houtsnijwerk en kledingweverij. De bijbehorende theatershow was een kleurrijke potpourri van alle genoemde ingrediënten. Een zeer verantwoord uitje, waar je veel van opsteekt.
Wordt vervolgd…
Lees ook onze vorige blogs:
Perhentiaans paradijs en Motorboot door de mangrove
Semenggoh, Sarawak. Dat is de plek die je nooit mag overslaan als je op Borneo bent. In dit reservaat kun je een groep machtige orang oetans in het wild zien. Wij hadden het geluk dat er vier apen zin in fruit hadden op het moment dat wij het park binnenstapten. Drie volwassen beesten en een driejarige zoon.
Schitterend om te zien hoe zo'n kleintje speels door de bomen klautert en van tak naar tak zwaait. Vader aap beweegt met zijn 90 kilo een stuk minder elegant, maar ook hij laat acrobatische toeren zien op zijn pad richting de tros bananen.
Samen met een honderdtal fotograferende toeristen stonden we met open mond te kijken naar deze scene die je normaal alleen op tv ziet met de stem van David Attenborough eronder. Een absoluut hoogtepunt van onze jungle-reis tot nu toe. Ook onze jongens vonden het magisch, maar hadden het na een half uur wel gezien. 'Papa, hoe lang ga je nou nog staan kijken naar die aap?', aldus Reza van 11.
Op bezoek bij de koppensnellers
Een offerplaats vol schedels van afgehakte hoofden. Dat was het lugubere hoogtepunt van ons bezoek aan het longhouse Annah Rais, een primitieve woonwijk op houten palen. Daar woont de Bidayuh-tribe, die afstamt van de legendarische koppensnellers. Hun voorouders verdedigden hun akkers met hand en tand. Vijandige stammen die het waagden hun land (en dus voedselvoorziening) in te pikken, konden rekenen op een afslachting. Als ritueel werd na de moord het hoofd van het lichaam gehakt en als trofee bewaard. Dieven maakten zij dus letterlijk 'een kopje kleiner'.
De rollen binnen de stam waren strak verdeeld: een goed Bidayuh-man beheerste destijds de kunst van het jagen, een goede Bidayuh-vrouw moest goed kunnen koken en weven. Dat laatste was niet alleen om de krijgers van kleding te voorzien, maar ook om de rotan-vloermatten van het longhouse in elkaar te vlechten. Tegenwoordig wonen er circa 150 gezinnen in deze woongemeenschap. Vaak leven er drie generaties onder één dak, in een kamer van 6x6 meter. Reza en Milo beseften die middag op Borneo dat ze van geluk mogen spreken dat hun wiegje gewoon in een rijtjeshuis in Utrecht stond.
Logeerpartij in het oerwoud
Toen we de Permai Rainforest Lodge in Damai binnenreden, wisten we meteen dat ons verblijf daar iets anders zou worden dan de doorsnee hotelnacht. Ons huisje stond midden in de jungle, waar krekels, vogels, apen en gekko's zich regelmatig laten horen (en soms laten zien). Spannend als je na het diner naar je hut moet lopen met een zaklamp!
We zwommen in een heerlijk koele 'jungle pool' vol water rechtstreeks uit de waterval, we snorkelden in de Zuid-Chinese Zee, we wandelden door de wildernis als heuse vogelaars. Ook heeft Permai een 'klimbos' waar men op hoge touwen het oerwoud van boven kan bekijken. Die uitdaging bleek iets te adembenemend voor de jongens, dus die sloegen we fijntjes over.
Wel bezochten we het Sarawak Cultural Village, een groot openluchtmuseum dat de woon- en leefgewoontes van de verschillende culturen in Maleisië tentoonspreidt. Van muziek en dans tot blaaspijp-schieten en tattoos, van religie en bijgeloof tot houtsnijwerk en kledingweverij. De bijbehorende theatershow was een kleurrijke potpourri van alle genoemde ingrediënten. Een zeer verantwoord uitje, waar je veel van opsteekt.
Wordt vervolgd…
Lees ook onze vorige blogs:
Perhentiaans paradijs en Motorboot door de mangrove
Labels:
2016,
Borneo,
kids,
koppensnellers,
longhouse,
maleisië,
orang utans,
reisblog,
reisverslag,
semenggoh,
travel
Abonneren op:
Posts (Atom)