** reizen ** kids ** natuur ** cultuur ** muziek ** theater ** kunst ** gedichten ** humor ** liefde **

28 oktober 2012

Draaiende bordjes, huilende wolven

Het extra uurtje dat we dit wintertijd-weekend kregen, kwam goed van pas. Deze zaterdag en zondag stonden namelijk bol van de activiteiten.


Allereerst volgde Vincent samen met Reza een circusworkshop in het Griftpark. We oefenden met diabolo's en flowersticks en we zetten onze eerste stapjes op de grote bal. Onder het motto 'Nooit te oud om te jongleren' (van rapper Extince) trachtte Vincent drie balletjes in de lucht te houden. Reza lukte het om vooruit en achteruit te koorddansen (niet naar beneden kijken!) en samen leerden we de fijne kneepjes van de draaiende bordjes (verdraaid lastig).


Na de lessen kon Reza zijn Engels ophalen door op de skatebaan te spelen met enkele circuskinderen. Milo en Viola haakten aan en we bezochten met z'n allen de middagshow van het Magic Circus. Vooral de klunzige fratsen van de clown konden rekenen op wild enthousiaste reacties van de jongens. Maar ze klapten ook hun handen blauw voor de nummers waarbij schaars geklede vrouwen aan hoepels zwaaiden of in gordijnen hingen.


We fietsten terug naar huis, terwijl Reza en Milo luidkeels huilden naar de (bijna) volle maan. Thuis gingen meteen de lichtjes in de pompoenen. Reza trok zijn weerwolvenmasker over zijn hoofd en Milo deed zijn Batman-cape om. We struinden langs de deuren voor snoep en keken onze ogen uit naar de horrorkostuums van de andere kindjes. Drie gezinnen uit de buurt hadden zelfs een spannend spookhuis gebouwd langs het kanaal. Halloween was weer een helse avond vol avontuur.


Op zondag trakteerde de stad Utrecht ons weer eens op een flinke dosis cultuur. We zagen de voorstelling 'Zwijnenstal' in het Werftheater, waarin drie varkens de hoofdrollen speelden. Ook bekeken we hoe het er vroeger uitzag (1900-1950) in het Volksbuurtmuseum. Tot slot zagen we Viola nog even stralen op het podium met haar theatersportgroep.
Fijn weekend. En lang leve de culturele zondagen.

19 oktober 2012

Ouwe mannen, ouwe hits

De mannen van Doe Maar beginnen nu echt wel krasse knarren te worden. En ook al was dat hier en daar wat te merken, toch maakten ze van Symphonica In Rosso een mooi feestje met enkele onverwachte hoogtepunten. Wel rimpels, geen uitglijders.


Het format van Symphonica paste niet helemaal bij Doe Maar. Groots en meeslepend zijn de shows van Henny, Ernst en co nooit geweest. Het gaat om de pure muziek. En dus was het mooi om te horen dat ze goed hadden nagedacht over de inzet van het orkest. Vooral bij 'Doris Day', 'Alles gaat voorbij' en de onverwachte outsider 'Het leven gaat door, er verandert niks' kwamen de strijkers prachtig tot hun recht.

Als tussendoortje stond een snelle samenwerking met acts 'uit de krochten van tachtig' op het programma. Dit onderdeel, op een bewegend podium, kwam niet helemaal uit de verf. Frank Boeijen straalde, maar Nol Havens (VOF De Kunst) en Het Goede Doel klonken niet heel scherp. Erik Mesie kwam een heel eind met zijn aandoenlijke zelfspot, maar Doe Maar zelf had zich deze liedjes niet genoeg eigen gemaakt. Op een strakke uitvoering van 'Kronenburg Park' na, verliep dit experiment wat slordig.

Terug naar het eigen repertoire: dat werd vlekkeloos opgediend. Bovendien was het plezier duidelijk van de gezichten af te lezen. Naast de vaste set hits was er ook plek voor verrassingen. Wie had ooit gedacht dat Doe Maar de albumtrack 'Rumah Saja' ooit live zou spelen? Gitarist Jan Hendriks mocht zelfs los gaan op zijn instrumentale stukken 'De Eenzame Padvinder' en 'Winnetoe' (inclusief indianenroep en wigwam van lampjes). Joost Belinfante was weliswaar geen verrassing, maar zijn versie van 'Nederwiet' is toch iedere keer weer een nieuwe trip.

Het was een mooie show. Doe Maar kan het nog. Maar het is geen geheim dat we langzaam toekomen aan de onvermijdelijke 'aller-aller-allerlaatste keer'. Getuige ook de dansende skeletten op het grote beeldscherm tijdens het gelijknamige lied. De scheurtjes mogen nauwelijks een naam hebben, maar het einde is nabij.

15 oktober 2012

De magie van Doe Maar

Ik ben eind 1975 geboren, dus ik was 8 jaar oud toen de nederpoplegende Doe Maar zijn hoogtijdagen vierde. Maar dat kleine jongetje was een groot fan. Ik wist het zeker: dit was de beste muziek die ik ooit had gehoord.
Ik plakte posters aan de muur, tekende de bandleden na in mijn schetsboeken en droeg felgekleurde buttons van alle bandleden
– ja zelfs van de anti-flamboyante gitarist Jan Hendriks.


Helaas vonden mijn ouders mij toen nog te klein om naar een popconcert te gaan. En dus baalde ik als een stier toen de band in 1984 uit elkaar ging. Nooit zou ik ze zien optreden… Ik klampte mij vast aan de live-LP 'Lijf aan Lijf', waarvan ik zelfs de Doris Day-medley uit mijn hoofd kende. Ik brulde alle teksten mee, maar wist ik veel wat ik zong. Pas tegen het eind van mijn jeugd begon ik te begrijpen dat nog vele van deze songteksten op mij zouden gaan slaan.


Al die tijd bleef ik de heren volgen. Vooral Henny Vrienten maakte indruk met een geweldige soloplaat begin jaren '90: Mijn Hart Slaapt Nooit. Bij dit soort projecten doken altijd weer dezelfde gastmuzikanten op: multi-instrumentalist Joost Belinfante, drummer Jan Pijnenburg, toetsenist Ernst Jansz en 'button-boy' Jan Hendriks. Toch speelden ze nooit allemaal tegelijk op dezelfde track. Oftewel: steeds werd een Doe Maar-reünie vermeden.

Toen Henny samen met Herman Brood het lied '32 jaar' opnieuw opnam in 1996, speelden beide 'Jannen' mee in de studio. Bovendien zag ik Jan P achter het drumstel zitten tijdens een show van Boudewijn de Groot, bij wie ook Ernst Jansz en Jan H in de begeleidingsband speelden. Weer bijna raak.

Reden genoeg voor mij om op onderzoek te gaan. Ik studeerde inmiddels journalistiek en ik vond 'Wanneer komt Doe Maar weer bij elkaar?' een prima onderzoeksvraag voor een achtergrondartikel. Dit werd een veelbesproken onderdeel van mijn afstudeeropdracht (zomer 1999), want de docenten die mij begeleidden, zagen de relevantie van de vraag totaal niet.

De belangrijkste hoofdrolspelers, Henny Vrienten en Ernst Jansz, waren destijds helaas niet bereid om commentaar te geven. Wel traceerde ik Jan P, die op dat moment een posterzaak in Uden runde. We spraken uitgebreid over de laatste weken van Doe Maar en de gekte die er heerste. 'Achteraf gezien hadden we gewoon twee jaar een pauze moeten inlassen of een vlucht moeten boeken naar een ver land om nieuwe inspiratie op te doen. Zo hebben bands als U2 of InXs dat later ook gedaan', aldus de drummer. 'Maar die gedachten kwamen in 1984 bij niemand op.'

Hij vertelde dat Doe Maar om de zoveel jaar in een vakantiehuisje bijeenkwam om te jammen. Zodra ze samen speelden, sloeg de vonk meteen over. Zo ook tijdens de sessie met Herman Brood, beaamde hij. 'Ernst wilde we toen ook graag mee laten spelen, maar we wisten dat het dan weer een gekkenhuis zou worden. Dan hadden er hordes fotografen voor de deur van de studio gestaan.' Een grootse reünie zag Pijnenburg niet op korte termijn gebeuren, zei hij. 'Maar als ze me voor een herenigingsconcert vragen, dan ben ik er zeker bij.'


En toen, enkele maanden na mijn afstuderen, viel de bom: Doe Maar kwam weer bij elkaar! Jawel, mijn droom kwam uit... Op dat werkte ik als uitzendkracht bij Sara Lee. Ik hielp daar onder meer bij het selecteren van krantenartikelen voor de knipselkrant. 's Avonds mocht ik alle kranten meenemen naar huis om er vervolgens ook de Doe Maar-artikelen uit te knippen. Het leverde een fraai plakboek op.


Op de dag van de release heb ik de nieuwe cd 'Klaar' (2000) wel tien keer gedraaid. Ik kocht voor de concerten zoveel kaartjes ik kon en sleepte veel vrienden mee naar Ahoy'. Het werd een historische reeks optredens. Geen gemakzuchtig feest der herkenning, maar een lange set die stond als een huis, ijzersterke muziek, verrassende solo's (o.a. Ernst op een wasbord) en scherpe blazersarrangementen. Als Bruce Springsteen in een net pak bespeelde Henny het publiek. De stemmen bromden en kraakten wat, maar het bewijs was definitief geleverd: alles deed het nog.

Sinds die magische momenten in Ahoy' heeft Doe Maar de club nog menigmaal bijeen gebracht. In 2008 deden ze enkele intiem aandoende concerten in De Kuip, een paar jaar later speelden ze in het voorprogramma van Guus Meeuwis en deze week barst het megalomane Symphonica In Rosso los. Doe Maar maakte tussen de bedrijven door nog een geinig plaatje met de rappers van TopNotch en bracht een allesomvattende verzamelbox uit. Begin 2013 volgt nog een 'Glad IJs'-tour langs een paar grote steden. Het is de aller-aller-laatste keer om Doe Maar te zien, zo laten de mannen weten, want daarna gaan ze 'met de rollator op naar het graf'. Ik ga woensdag genieten en misschien pik ik die laatste datum in Utrecht ook nog wel mee. De magie mag er voor velen dan af zijn, maar ik blijf gewoon geloven in de tovenarij die ik zie. Awoei!

Vincent Mirck, 2012

9 oktober 2012

Heerlijk herfstig

Dingen die we doen in de herfst: een top 5.

1) Kijken wat er na de regen komt.


2) Kunst proeven tijdens zo'n Culturele Zondag, waar Utrecht steeds weer een kunststukje van weet te maken. Met een plastic fles vol water op je hoofd, natuurlijk. Toch, Milo?


3) Een pretpark bezoeken, waar we onze liefde voor lachspiegels de vrije loop laten, zoals hier in Slagharen. Waar ook menig achtbaan ons in de zevende hemel brengt.


4) De kunstenaar uithangen. Reza gaat momenteel helemaal los met knipwerkjes. En hij leest een educatief boekje met de titel 'Dromen van Dali'. Deze jongen is bevlogen, kijk die ogen!


5) De herfst beleven: of we nou rennen in het bos, kastanjes zoeken, buitenlucht opsnuiven of in bomen klimmen.
De herfst blijft een seizoen om te zoenen...