Reisverslag Borneo, Maleisië deel 6
In natuurpark Sepilok huist een heus kinderdagverblijf voor mensapen. Jonge orang oetans krijgen hier slingerles, mogen los op klimrekken en leren het verschil tussen stoeien en vechten. Wat een genot om de speelse primaatjes te zien koppeltjeduikelen en stuntelen!
Voor de rest lijkt Sepilok veel op Semenggoh, waar we eerder waren. Ook hier kun je het (bij)voederen van de beesten bezichtigen vanaf een publieke tribune vol toeristen en fotografen. En ook hier was dat weer bijzonder om te zien…
Sunbears: van zielig naar zonnig
Aan de overkant van Sepilok is een opvangcentrum voor sunbears. Deze bruine beren van anderhalve meter hoog, worden met uitsterven bedreigd. Daarom verzamelt dit instituut beren die in gevangenschap leefden, verwaarloosd werden of om andere redenen zichzelf niet konden redden. Men verzorgt en voert de beesten, laat hen los in dit natuurgebied en observeert hun gedrag. Zo gaat beetje bij beetje toch de zon weer schijnen voor deze beertjes.
Luie bootsafari
Aan de oevers van de Kinabantang-rivier leven honderden zoogdieren, reptielen, vogels en insecten. Om een glimp van hen op te vangen, kun je het best een bootsafari boeken. Wij voeren vijf keer uit om de natuurpracht van dichtbij te zien. Luie jungletochten, zo u wil. Niet vermoeiend, wel doeltreffend.
De neusapen zagen we dit keer op hun meest acrobatisch: ze sprongen meters naar beneden en van boom naar boom. Sierlijke neushoornvogels (hornbills), witte en paarse reigers, een ijsvogel en een jagende zeearend vlogen ons voorbij. Van veraf konden we zelfs verschillende orang oetans met baby's spotten in de boomtoppen. 's Avonds troffen we honderden vuurvliegjes aan, die een boom oplichtten alsof het Kerstmis was.
Olifanten en bliksemgeweld
Onze laatste boottour zal in ons geheugen gegrift blijven staan. Allereerst omdat we een kudde pygmeeolifanten tegenkwamen. Deze kleinste olifantensoort ter wereld leeft alleen hier op Borneo en houdt zich veelal schuil in de bossen. Maar deze expeditie was vooral onvergetelijk vanwege de storm waarin we terechtkwamen op de terugweg.
Bij de eerste regendruppels zaten we nog juichend in de boot: eindelijk verfrissing! Die jolige sfeer sloeg snel om. Al gauw werd de hemel aardedonker, de regen begon op hagel te lijken en een onstuimig onweer barstte los. Bliksem en donder volgden elkaar pijlsnel op. We kwamen gelukkig heelhuids aan en renden de steiger van onze lodge op. Aangekomen bij ons huisje, bleek er een boom getroffen door de bliksem en vlak voor onze deur neergevallen. Na wat snoeiwerk konden we ons stulpje betreden. Een super-spannend einde van onze laatste jungletocht in Maleisië.
Van lodge naar hotel
We verbleven eerst in de Abai Jungle Lodge, een prima plek midden in het mangrovebos, voorzien van brede houten loopbruggen en aangekleed met fraaie bloemenhagen en een huisvaraan. Onze tweede nacht sliepen we in Sukau, in de Kinabantang Riverside Lodge, net zo gastvrij, even bloemrijk. Voor beide locaties geldt helaas dat de klamme hitte er nauwelijks te harden is. En dan heb je nog die meedogenloze muggen die hun schouders ophalen voor allerhande anti-muskieten-spray en steevast blijven steken. Grrr… Hoe schitterend alle boottochten ook waren, het bleef toch afzien. Al krabbend en petsend vonden wij het dus geen probleem om voor de volgende nacht in te checken bij het luxe Sabah Hotel. Deze terugkeer naar airco, zwembad en wifi was vooral ook voor onze zoontjes een verademing…
Lees ook onze vorige blogs over Borneo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten